22 november 2013

Stefan Spjut

© Sofia Runarsdotter
Wie misdaad aan fantasy koppelt en daarbij het tweede genre de overhand laat nemen heeft héél veel verbeelding nodig. In Stallo vertrekt Stefan Spjut van overgeleverde, bovennatuurlijke verhalen die hij op een eigenzinnige manier laat uitgroeien tot een roman. Hoe filmisch zijn geest is, merk je ook aan de stijlfiguren die je van het begin tot het eind verrassen.

Toch land je geregeld in de reële wereld die verre van perfect is, hard voor kwetsbaren: migranten, kinderen, Samen

En tussen fantasie en maatschappij staan de eindeloze Zweedse wouden, ‘de met sparren bebaarde hellingen’, ‘bossen als afwachtende legers’…
 
 
‘Ik zou willen zeggen dat Stallo over een breuk gaat:
het onvermijdelijke afscheid van de kindertijd.’

Je collega’s Yrsa Sigurdardottir, Marie Hermanson en Arnaldur Indridason hebben verdwijningen van mensen al in verband gebracht met de ongrijpbaarheid van de Scandinavische natuur en soms met paranormale verschijnselen. Maar jij brengt de trollenwereld echt tot leven. Was dat een belangrijk doel bij het schrijven van Stallo?

Van in het begin besefte ik dat de setting volstrekt natuurlijk moest zijn, wilde ik het bovennatuurlijke op een geloofwaardige manier een plek kunnen geven. Het stond voor mij als een paal boven water dat ik de grauwe werkelijkheid zo getrouw mogelijk moest weergeven.

 
Ben jij opgegroeid met dit soort mythische verhalen? En heb je fantasyliteratuur in het algemeen gelezen?
 
De schepsels die onze folkore bevolken zijn altijd aanwezig geweest in onze vertellingen en legendes maar, bij wijze van spreken, buiten bereik, loerend in de duisternis, achter de lichten van de moderne maatschappij. En ik heb ze altijd gemist, wilde ze weer te voorschijn halen. Daarom heb ik ze gecreëerd. Dat is één van de voordelen die je hebt als schrijver.
Fantasyliteratuur heb ik altijd gelezen en lees ik ook nu nog.
 
Zo zou een trol er kunnen uitzien...
maar in de wereld van de fantasy weet je zoiets nooit zeker. 

In vergelijking met Nederland en België is Zweden een immens land. ‘Ze was hier nooit gewéést, niet eens in gedachten,’ zo mijmert personage Gudrun als ze in het zuiden is. Is dat hoe je een groot land ervaart?  

Zweden is een vrij uitgestrekt en dunbevolkt land. Het is niet ongewoon dat mensen uit het noorden het zuiden nooit zien en omgekeerd… dat is toch mijn indruk. Waarom zouden ze ook? Als Zweden ergens naartoe gaan, dan gaan ze naar Indochina.

 
Heb jij zelf een fascinatie voor het noorden of voor de Samen? Welke plaats nemen zij trouwens in de Zweedse maatschappij in? 

Samen zijn inheems, exponenten van een nomadische cultuur die geïnspireerd is door een sjamanistisch geloof waarbij je moet denken aan geesten en drugs. Vanuit mijn perspectief is dat vrij exotisch en aanstekelijk maar ik zou het geen speciale interesse noemen.

Toen Zweden Zweden werd – daarmee bedoel ik een koninkrijk met een economisch bewustzijn – pasten de Samen daar niet in en werden ze onderworpen. Pas laat in de 20ste eeuw werden er maatregelen genomen om hun vertrapte cultuur te herstellen en vooral de teloorgang van hun talen te voorkomen. Toen was het misschien al te laat. Tegenwoordig zijn jonge Samen in het algemeen trots op hun erfgoed. Anderzijds worden velen cultureel buitengesloten omdat ze de taal niet kennen. Het is triest. 
 
Samen in traditionele klederdracht

Volgens het boek zijn er plannen om de noordelijke mijnstad Kiruna te verplaatsen. Waarom is dat?  

Omdat er te diep en te gulzig gedolven is... Omdat de ertsader onder de stad doorloopt, begint de ontginning van ijzer, de bestaansreden van Kiruna, de stad te ondermijnen. Eigenlijk is het een metafoor van betekenis, die een verhaal op zich waard is.

 
Even was er sprake van Laestadianen (rigoureuze gelovigen met wie je, bijvoorbeeld, kunt kennismaken in 'Het stille graf' van Tove Alsterdal). Ik had enigszins verwacht dat je echte Laestadianen zou gebruiken voor je plot maar dat heb je niet gedaan. Waarom niet?

De Holmbomfamilie lijkt Laestadiaans te zijn maar is dat niet: het is alleen maar een dekmantel, een makkelijke manier om met rust te worden gelaten. Iedereen weet dat Laestadianen eigenaardig zijn. Deze familie zou best kunnen terugkeren in mijn volgende boek, net als hun Laestadiaanse façade.   

 
Je laat Gudrun een erg mooie gedachte verwoorden: een steek in de zij gaat over als je een zachte steen in je hand houdt. Maar het is niet de steen die het doet, wel de tijd die het kost om een zachte steen te vinden. Is dat een Zweeds gezegde of iets dat je zelf bedacht hebt? En is het een boodschap aan het adres van de hedendaagse mens?

Toen ik een kind was zei iemand tegen me dat ik een steen moest vinden om verlost te raken van steken in de zij van het hardlopen. Pas toen ik ouder werd besefte ik dat de steen zelf geen kracht had. Dat het om een trucje ging, ouderlijke misleiding. Het gaat over opgroeien en je beschermen tegen jezelf. Maar ik veronderstel dat je het ook kan zien als een manier om de hedendaagse mens wakker te schudden.
 
Ingesneeuwd in Kiruna
Een opvallend detail is dat je personages snuiftabak gebruiken. Is dat een Zweedse gewoonte? Ook bij jonge mensen? 

In het uiterste noorden van Zweden is dat inderdaad het geval. In het bijzonder onder jonge mensen. Mannen en vrouwen, trouwens.


Gaandeweg verwachtte ik dat de trollen wraak zouden nemen op mensen voor iets dat hun was aangedaan in het verleden. Toch heb je niet gekozen voor dat idee. Waarom niet?

Hoe zal ik het zeggen? Trollen zijn een natuurkracht en dus onvoorspelbaar. Wie weet waar ze allemaal toe in staat zijn.
 

In dit verhaal ontmoeten de werelden van de trollen die van de mensen, vaak op een onzachte maar vaak ook op een ontroerende manier. Zou je kunnen zeggen dat Stallo gaat over conflicten en harmonie? 

Dat zou ik zeker kunnen beamen maar aan de andere kant zijn er niet veel verhalen waarover je dat, op de één of andere manier, niet zou kunnen zeggen. Daarom zou ik willen zeggen dat Stallo gaat over een breuk: het onvermijdelijke afscheid van de kindertijd. Het achterliggende onderwerp is dus angst voor castratie. Zoals altijd. Het Unheimliche is een Freudiaans concept dat onder meer terugkeert in horrorverhalen. Daarmee wordt bedoeld dat het vertrouwelijke verandert in iets dat vreemd is en omgekeerd. Dat heeft een beklemmend effect, is griezelig. En volgens Freud zou dat te maken hebben met een oedipaal schuldgevoel, vandaar de castratieangst.
 

Noot Scriptor:
 
1. Soms wordt castratie in de ruimere zin gebruikt, in de betekenis van verlies, verwijdering.
 
2. ‘Iets in het echt tegenkomen, waarmee men slechts als een fantasie vertrouwd was, roept ongemak en angst op: de dubbelganger van zichzelf of een overledene, het déjà-vu of het verdrongene dat zich in de werkelijkheid voordoet (Freud 1919h, CR2, 185)’.
De Stallo’s behoren tot de fantasiewereld en worden dus griezelig als je ze ‘in het echt’ ontmoet, als een schrijver ze tot leven wekt.

  
 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten