15 oktober 2014

Femke van Zeijl

© Victor Ehikhamenor
Als je twaalf jaar lang kris kras door Sub Sahara Afrika reist en er in de media (NRC Handelsblad, Opzij...) over bericht, dan heb je een stem waarnaar geluisterd mag worden.
 
Wie Femke van Zeijl uitgebreid aan het woord wil laten, kan haar non-fictiewerk lezen: Een nacht in een vijzel over vrouwen in Afrika en Gin-tonic & cholera over stadsmensen op dit continent. Ondanks de ruime belangstelling voor beide boeken, vond de journaliste de tijd rijp voor fictie. 'Soms leent een roman zich beter om de realiteit te beschrijven', zo concludeert ze in een recente bijdrage voor NRC.next. En als het onderwerp zo delicaat is als liefdesverhoudingen kunnen zijn, dan kun je maar best je inspiratiebronnen (vrienden, kennissen...) maskeren. Met een journalistenpen lukt dat niet.

Koning van de barraca's is het woelige verhaal van de Mozambikaanse Daniel en de Portugese Cristina. Op een indringende manier vertelt Femke van Zeijl hoe beiden door een culturele airbag tegen hun eigen achtergrond worden gedrukt.
(Lees hier de recensie)

 
  'Schuldgevoel en medelijden zijn slechte raadgevers in een relatie tot een ander,
omdat ze gelijkwaardigheid in de weg staan.'
 
Koning van de barraca’s is, in mijn ogen, een raak en ontluisterend boek, de neerslag van je jarenlange Afrika-ervaring. Heb je enig idee hoe de doorsnee Mozambikaan naar zijn eigen identiteit en lot kijkt? Een beetje zoals Daniel of zijn er ook heel andere visies?

‘Natuurlijk zijn niet alle Mozambikanen profiteurs zoals Daniel. Maar voor overlevers zoals hij is wel begrip. Als je weet hoe weinig er in een land als Mozambique kan staan tussen een miserabel hongerleven op straat en het net redden, dan besef je wat er op het spel staat en vergeef je mensen hun opportunisme gemakkelijker.’


De jonge Mozambikanen in dit boek stellen de vorige generatie verantwoordelijk voor de maatschappelijke chaos. Hebben zij een punt? Of is het te gemakkelijk om te denken dat de ene generatie beter is dan de andere?

‘Zij hebben een punt als ze de generatie bedoelen die zijn idealen voor een betere samenleving na de onafhankelijkheid heeft ingeruild voor winstbejag. Dat is waarmee Daniel, de jonge Mozambikaan in Koning van de barraca’s, een oude revolutionair om de oren slaat: ‘Zorg voor jezelf, dát hebben jullie ons geleerd.’ Tegelijkertijd verandert er weinig als je enkel naar een ander wijst om het eigen gedrag te verklaren. ‘De president is een dief, dus waarom zou ik een heilig boontje zijn?’, zegt een Mozambikaanse in mijn roman. Terwijl corruptiebestrijding toch ergens moet beginnen.’

De Avenida Eduardo Mondlane - Maputo
© Zug55
Daniel, de hoofdfiguur uit dit boek, lijkt gemotiveerd als hem (helaas voor even) de kans wordt geboden om verslaggever te worden. Eerder heeft hij een ander baantje opgegeven. Speelt hier toch niet iets van machismo? Moet je, bij gebrek aan beter, niet pakken wat je krijgen kunt en vandaar iets opbouwen?

‘Daniel hinkt op twee gedachten. Enerzijds wil hij het liefst slapend rijk worden – wie wil dat niet? Dus geeft hij een rotbaan als afwasser op om in te trekken bij een welgestelde Japanse ambassademedewerkster. Anderzijds wil hij respect, met name van zijn oom, de enige echte vaderfiguur in zijn leven. En dat respect hoopt hij te krijgen met een maatschappelijk acceptabele positie, een nette baan, een keurig huis. Daarop maakt de gemiddelde jonge stedeling in Mozambique nauwelijks kans. Steeds als zoiets binnen handbereik komt, krijgt Daniel toch hoop, zoals wanneer de baan als verslaggever hem wordt aangeboden. De grootste tragiek in Koning van de barraca’s is het moment waarop hij die carrièreweg gewelddadig versperd ziet.’


In Koning van de barraca’s worden hulporganisaties van hun voetstuk gehaald. De relatie tussen donor en begunstigde zit scheef. Hoe kijk jij, afgezien van deze romansituatie, naar de hulpverlening?

‘In feite gaan mijn roman ook over de relatie tussen donor en begunstigde. Daniel is afhankelijk van de vrouwen die hij weet te versieren – ze kopen zelfs zijn ondergoed. Maar dat wringt met zijn zelfbeeld, en uit die verstikkingsrelatie wil hij op gezette tijden ontsnappen. Cristina, de Portugese die in Koning van de barraca’s verliefd wordt op Daniel, doet haar vrijwilligerswerk met de beste bedoelingen, maar dat maakt haar een makkelijk slachtoffer. Schuldgevoel en medelijden zijn slechte raadgevers in een relatie tot een ander, omdat ze gelijkwaardigheid in de weg staan. Dat geldt voor de hulpverlening evengoed als voor persoonlijke relaties. Als Cristina die gevoelens opzijzet, verandert ook meteen de machtsverhouding tussen haar en Daniel.’


Je lijkt me een erg betrokken iemand. Hoe ga je om met al die deprimerende toestanden in Afrika? Word je daar niet door leeggezogen?

‘Deprimerende toestanden vind je overal. De vraag is wat je ermee kunt doen. Mijn redding is dat ik er een journalistieke of, in het geval van mijn roman, literaire vertaling aan kan geven. Dat stelt negatieve ervaringen of tragische gebeurtenissen in een perspectief en maakt ze draaglijk. Maar ik zou niet zijn verhuisd als alles wat ik aantrof negatief was: ik ben in Lagos gaan wonen omdat het er bruist van de creativiteit en de mogelijkheden. Het is niet voor niets dat steeds meer zakenlieden en kunstenaars van over heel de wereld Nigeria weten te vinden. Lagos geeft me juist energie.’


Je hebt ooit een spiegelinterview gemaakt met de Nigeriaans-Belgische schrijfster Chika Unigwe. Wat heeft die uitwisseling van ervaringen voor jou betekend?

‘Mijn vriendschap met Chika is al van eerder datum: ze woonde in België niet ver weg van mijn moeder vlak over de grens in Nederland. We hadden al vaker gesproken over onze spiegelbeeldige ervaringen. Met name over het verschil tussen de westerse migrant in Afrika, die daar alleen maar meer macht in de schoot geworpen krijgt, terwijl de Afrikaanse migrant in het westen ineens in een positie van totale onmacht beland. Dat heeft zich ook vertaald in Koning van de barraca’s, waar Daniel in Lissabon een gemigreerde landgenoot ontmoet, die buiten zijn Mozambikaanse biotoop is verworden tot een paria.’

Aan de 2655km lange kustlijn van Mozambique

Dit boek heb je voor een groot stuk in Jamaica geschreven. Verlang je ook naar een andere werkplek voor je reportages?

‘In Jamaica was ik om persoonlijke redenen, maar het kwam prachtig uit dat ik er ook Koning van de barraca’s kon voltooien. Daarvoor was het aangenaam even weg te zijn van de drukte van Lagos. Maar op Nigeria ben ik nog lang niet uitgekeken, integendeel: het land is een universum. Mijn volgende boek zal dan ook gaan over dat nieuwe land, waarvan ik minder begrijp naarmate ik er langer woon.’