27 april 2012

Olaf Koens



 
Journalist Olaf Koens is een lefgozer ! En een doe-mens. 
Je hebt correspondenten die vrijwel alleen beschouwend zijn en anderen die, in hun zoektocht naar informatie, hun eigen hachje in de strijd gooien. Hoewel zijn thuisbasis Moskou al voor heel wat journalistieke spanning zorgt, verlegt hij zijn professionele en persoonlijke grenzen en trekt geregeld naar explosieve uithoeken. Over zijn zwerftochten in het gebied tussen de Zwarte en de Kaspische Zee, daar waar het recht van de sterkste het wint van de rechtstaat, heeft hij het boek 'Koorddansen in de Kaukasus' geschreven.

Maar een filosoof van opleiding moet ergens een vita contemplativa in zich hebben... en De scriptor heeft altijd 10 vragen klaar !


'Wie aan de trots van een Kaukasus-man komt
 krijgt oorlog.'

1. Terwijl de andere oud-sovjetrepublieken zich afkeerden van Moskou, zijn de Abchazen blij met de teruggekeerde Russische invloed. Hoe verklaar je dat ?
De Abchazen vochten in de vroege jaren '90 een bloedige oorlog uit met Georgië. Ze hebben bijna allemaal een bloedhekel aan de Georgiërs, nog meer dan aan de Russen. De afgelopen vijftien jaar is Abchazië een soort braakliggend stuk land geweest, Rusland is er nu flink aan het investeren. Voor het eerst zijn er stoplichten in de hoofdstad Soechoemi, de luchthaven gaat binnenkort weer open. Hoewel ze het liefst zelfstandig willen zijn weten de Abchazen goed dat dat onmogelijk is - en dus halen ze met open armen de Russen binnen. Een minderheid is daar niet gelukkig mee, maar er zit voor die kleine kuststrook aan de Zwarte Zee weinig anders op.


2. Even verder ligt Sotsji. Wat kunnen de bezoekers van de OS Winterspelen in 2014 verwachten qua sfeer en service in de stad ? Op dit moment kun je er niet eens een fatsoenlijke hamburger eten en kunnen randjongeren vervelend uit de hoek komen.
Laat het organiseren van grote manifestaties maar aan Rusland over. De winterspelen in Sotsji is het moment voor Rusland om zich op de kaart te zetten als een grote internationale speler. 
Er zijn in Sotsji nu al 'rookvrije-zones', iets wat in de rest van Rusland ondenkbaar is. Er is ook nu al in Rusland een enorme campagne aan de gang voor vrijwilligers. Bijna niemand spreekt Engels, overal in het enorme Rusland krijgen jongeren Engelse
les om tegen 2014 de internationale gemeenschap op te vangen. 
De hangjongeren, de slechte service - het is allemaal met een hoop geld op te lossen. De Olympische Spelen gaan een prachtig evenement worden, al zal het voor de gewone sterveling niet te betalen zijn.
3. Hoe ernstig moet de terroristische dreiging die over de Spelen hangt, genomen worden ? En vermogen de voor de inlichtingendienst spionerende schaapherders in de bergen hier iets tegen ?
Heel ernstig. Als je het wel bekijkt is het natuurlijk absurd dat de Spelen worden georganiseerd in een gebied dat grenst aan een conflictzone, en in een regio waar zelfmoordterroristen in principe gewoon naar beneden kunnen komen skiën. Maar omdat het voor Rusland een kwestie van prestige is kun je er vanuit gaan dat het massieve veiligheidsapparaat alles in het werk stelt om ook de veiligheid te garanderen.

4. In de Kaukasus-regio vind je blijkbaar heel wat macho-ruwheid. Heeft dat met de oorlogen te maken of (ook) met iets anders ?
De macho-ruwheid zit in de Kaukasusman ingebakken. Het is een combinatie van trots, eer, traditie en religie. Je hebt als man een duidelijke taak in het leven. Een huis bouwen, een boom planten en een zoon ter wereld zetten. Het heeft niet zozeer met oorlogen te maken, eerder andersom. Wie aan de trots van een Kaukasus-man komt krijgt oorlog.
5. In landen met heel weinig bewegingsvrijheid voor opposanten (zoals Azerbeidzjan) wordt vaak naar internetmogelijkheden zoals Facebook en blogs gegrepen. Valt daar winst te halen ? 
Zeker. In al deze regio's staat de vrije media erg onder druk. 
De televisie vertelt alleen maar leugens, de kranten staan onder strenge censuur van de (lokale) machthebbers. Alleen het internet is - veelal - vrij. Dat veranderd de informatievoorziening, de bewustwording. Er groeit nu een generatie op die zich niet de mond laat snoeren. Dat zag je de afgelopen maanden in Rusland, toen die kritische generatie plots de straat op ging, en dat speelt zich analoog af in de Kaukasus. 


6. Azerbeidzjan lijkt een merkwaardige identiteit te hebben: niet pro-Russisch maar wel een KGB-mentaliteit en lid van de Raad van Europa. Hoe valt dat te rijmen ?
Noem het maar een 'multi-vectoraal beleid'. De hooggeplaatste politici in het land zijn meester in het bespelen van verschillende instrumenten voor iedereen die het maar horen wil. En dat kan ook niet anders, Azerbeidzjan zit gevangen tussen grootmachten Rusland, Iran en Turkije. Alle kanten hebben het land op een bepaalde manier nodig, en daar weet de overheid handig op in 
te spelen. Dat maakt van de Azerbeidzjanen een beetje een schizofreen volk. Het zijn Aziaten, ze voelen zich Europees en kampen met een post-Sovjet complex.
© uzi yachin

7. Schrijnend is de situatie van de onbeschermde burgers in de hele Kaukasus. Ze zijn slachtoffer van wijd verbreide corruptie, politieke onmacht en repressie. Geen stem, geen dromen, geen toekomst... Heb jij ook dat gevoel ?
Nee. Natuurlijk is het leven in de Kaukasus niet makkelijk, en zitten de meeste mensen inderdaad aan de onderkant van het gelijk. Toch ervaren ze dat niet per definitie zo. Het zijn stuk voor stuk vrijgevochten volkeren met hun eigen tradities en beleving. In veel regio's gaat de vrijheid niet verder dan de poort van je eigen huis. Daarbuiten is het conflict, daarbinnen maak je je eigen regels. Bovendien in het land zelf zo onherbergzaam dat het een zekere vorm van vrijheid geniet, een vrijheid die al generaties lang tot de verbeelding spreekt.


8. Nagorno-Karabach is een schimmig conflict. Heeft iemand daar het gelijk aan zijn kant ?
Azerbeidzjan heeft de oorlog om Karabach verloren en zint op wraak. De regio is nu volledig 'ge-Armeniseerd'. Het enige wat er van Azerbeidzjan te zien is, is dat mobiele telefoons soms het signaal van het buurland oppikken. Veel Armeniërs maken zich zorgen om de regio. Met miljarden uit de olie-industrie is het Azerbeidjaans leger na het conflict flink op krachten gekomen. 
Het jaarlijkse budget van het Ministerie van Defensie in Bakoe is groter dan het totale budget van de Armeense overheid. Alle externe partijen, van de Russische overheid tot de Raad van Europa, doen er alles aan om de precaire vrede te bewaren. Of dat lukt en blijft lukken is nog maar zeer de vraag.
Tbilisi oude stad - © Rike fotos

9. Welk soort mens is geschikt voor een correspondentschap ? Mij lijkt het een energievretende bezigheid waar je bovendien veel lef voor moet hebben.
Je moet het persoon zijn waarvan men vroeger zei: 'die heeft geen rust in de kont'. Het in een continue aaneenschakeling van rennen, vliegen, springen, hollen, vallen, opstaan en weer doorgaan. Er valt niets te plannen. Een van de weinige keren dat ik op vakantie zou gaan kon ik bij de check-in balie onderweg naar Barcelona weer rechtsomkeert maken. Je kunt als freelancer eigenlijk geen nee zeggen tegen je opdrachtgevers. Bovendien moet je bereid zijn om op bepaalde momenten alles uit handen te kunnen geven. Dat is niet voor iedereen even makkelijk.


10. Je bent in drie landen geworteld: Frankrijk, Nederland 
en België. En je voornaam klinkt Russisch. Welk soort mens levert dat op ?
Iemand die nergens thuis is maar overal kan wonen. Mijn ouders sleepten mij vroeger van hot naar her. Ik ben de tel kwijt, maar ik geloof dat ik in 26 jaar zeker 26 keer verhuisd ben. Ik kan me heel gemakkelijk ergens anders vestigen, en besef me altijd hoe tijdelijk alles kan zijn. Vaak mis ik België, de slow-motion cafés en grijze Brusselse steenweggetjes. Of Amsterdam, waar het geluk op een fiets achterna te jagen is. Ooit kom ik terug. Nu heb ik een bestaan en een carrière in Moskou, maar ik zou het evengoed en zonder tranen weer kunnen verlaten. Al blijf ik voorlopig nog even hier.

Boek Koorddansen in de Kaukasus
De site van Olaf Koens

13 april 2012

Judith Visser


Worden ondeugende, spijbelende meiden schrijfsters van spannende boeken ? Groeien receptionistes die, in de plaats van de telefoon op te nemen, stiekem een manuscript schrijven, uit tot fulltime auteurs ? Als ze talent hebben en Judith Visser heten wel.
In 2006 debuteerde de Rotterdamse succesvol met de roman Tegengif. Later ging ze thrillers schrijven en genoot meer en meer landelijke bekendheid. Time-out is haar zesde boek. 
Twee dingen tegelijk doen, zoals naar Elvis luisteren én creatief zijn, kan ze niet. Zullen we het dan maar even alleen bij dit interview houden ?

'Een zieke geest is voor een schrijver 
het leukste om te beschrijven. Dan kun je helemaal los.'


1. Een rondje langs uitspraken van Nederlandse misdaadschrijfsters leert me dat het om invoelende en misschien wel hoog-sensitieve vrouwen gaat.
Herken jij dat ?

Wat grappig! Ja, dat herken ik absoluut. Ik ben erg gevoelig, 
bijv. voor licht en geluid, maar ook in grote mate voor emoties 
van anderen. Het verbaast me eigenlijk niet dat mijn collega-schrijfsters dat ook zijn, op die manier kun je je namelijk het beste inleven in je personages en hun beweegredenen.

2. De Kim-trilogie begint als roman maar wordt nadien een spannend verhaal. Hoe heb je die overgang vorm gegeven in je hoofd ?

Het zijn best wel drie totaal verschillende boeken. Samen vormen ze wel een reeks, maar ze staan verder gewoon op zichzelf. Toen ik Tegengif (mijn debuut) schreef was het nog helemaal nooit in me opgekomen om een thriller te schrijven, ik wilde romans schrijven. Bij Tinseltown (mijn tweede boek) had ik dat nog steeds, maar ik merkte toen al aan de reacties van mijn lezers dat het boek trekjes van een thriller vertoonde. Daarna ben ik eigenlijk overgestapt op het spannende genre en dat beviel zo goed dat ik er op een positieve manier in ben blijven hangen. Vandaar dat Time-out een volbloedthriller is!
  
3. Voor 'Tegengif' ben je undercover gaan solliciteren bij een bordeel. Was dat eng ? En leek je overtuigend ?

Het enige wat ik eng vond was het feit dat het bordeel in best wel een drukke straat zat (de Bergweg in Rotterdam), en dat ik bang was dat mensen me daar naar binnen zagen gaan. Daar voelde ik me wel opgelaten over. Maar eenmaal binnen vond ik het vooral heel fascinerend, het is niet een wereld die je normaal gesproken te zien krijgt. Ik heb mijn rol denk ik inderdaad wel overtuigend gespeeld, haha, ik kreeg alles heel erg uitgebreid uitgelegd!

4. Time-out is een volbloed thriller. Ik heb de indruk dat je bij het schrijven zelf zat te genieten van de zieke geest van Martine. Klopt dat ?

Een zieke geest is voor een schrijver het leukste om te beschrijven. Dan kun je helemaal los, dan zijn er geen grenzen. Soms dacht ik wel: nu gaat ze wel heel ver, maar meteen daarna wist ik dat het nodig was voor het verhaal. Ze is compleet gestoord en geobsedeerd en dat moest ik laten zien.
5. In dit boek heb je gekozen voor een dubbel vertelperspectief. Waarom heb je dat gedaan ? En wanneer werkt het niet ?

Ik heb het gedaan om de lezer kans te geven in het hoofd van de dader te kruipen, om een beeld te krijgen van haar zieke geest. Als ik dat alleen vanaf de buitenkant zou hebben beschreven had het veel minder echt overgekomen.
Wanneer deze methode niet werkt zou ik niet weten, het was de eerste keer dat ik op deze manier te werk ging. Maar het beviel goed, in mijn volgende boek ben ik het weer aan het doen!

6. Binnenkort geef je in het kader van een Crimezone-wedstrijd voor debutanten een thrillerworkshop. Eén van de interessante vragen die op tafel liggen is : 'Hoe voorkom je een writersblock ?' Kun je al een tipje van de sluier oplichten ?

Praat er over. Het klinkt heel simpel, maar werkt echt. Ga met iemand zitten die je vertrouwt en die met je mee kan denken en praat over je verhaal. Op die manier gaat het vanzelf weer ‘stromen’ in je hoofd en komen de ideeën terug. Zo werkt het 
bij mij in ieder geval!

7. Daarnaast ga je de Rotterdamse jeugd leren thriller-schrijven. Is daar zo jong al belangstelling voor ? En wat lezen die jongeren ? 

Ik heb geen idee wat ze lezen, de workshop is voor jeugd van 
12-17 jaar. Volgens mij is Mel Wallis de Vries (terecht) heel populair in die groep. En ik hoop dat ik het ook wordt, want vanaf volgend jaar zal ik ook jeugdthrillers gaan schrijven! Dit jaar komen Stuk en Trip al in speciale jeugdedities, en volgend jaar verschijnen er twee gloednieuwe jeugdthrillers van mijn hand!

De belangstelling voor het schrijven begint denk ik al jong, kinderen zitten vol met fantasie en als zij leren hoe ze de verhalen in hun hoofd op een mooie manier op papier kunnen krijgen dan ontstaan er prachtige dingen!   

8. Het Nederlandse thrillerlandschap wordt steeds breder. 
Is er nog plaats op de markt voor nieuw talent ? 

Er is genoeg plek voor iedereen! Zolang iedereen zichzelf onderscheidt en ze niet allemaal hetzelfde soort boek gaan schrijven zullen er altijd genoeg lezers zijn. 

9. Je bent een enorme Elvis-fan. Klopt het dat je op huwelijksreis naar Graceland bent geweest ? Wat maakt hem nu net zo bijzonder ?

Ik vind rust in zijn stem, dat is altijd al zo geweest. Zo’n mooie, pure, warme klank. Ik luister vooral naar muziek van de jonge Elvis, dus uit de jaren ’50, en niet naar die van de jaren ’60 en ’70. Maar de reis naar Graceland is trouwens uitgesteld, haha, we kochten in die periode net een huis (in Rockanje, waar ik nu woon) dus dat ging even niet door!

10. Heb je in je drukke bestaan nog tijd om zelf te lezen ? En voor wie ga je zitten ?
Ik combineer het eten met lezen. Mijn ontbijt en lunch zijn echt grote leesmomenten, ik ga er dan echt voor zitten en lees (en eet) ongeveer een uur. Dus ik lees zo’n twee uur per dag en dat zijn een paar boeken per week. Ik lees voornamelijk Engelstalige boeken, en mijn favoriete hedendaagse auteurs zijn Jeffrey Archer, Barbara Erskine, Sarah Waters, R.J. Ellory en Natsuo Kirino, van hen heb ik alle boeken gelezen en ik kan ze iedereen aanraden.
Andere boeken die indruk op mij hebben gemaakt zijn mijn favoriete klassiekers : To Kill a Mockingbird (Harper Lee), Sophie’s Choice (William Styron), The Best of Everything (Rona Jaffe) en Marjorie Morningstar (Herman Wouk).
Ook de boeken The Crimson Petal and the White van Michel Faber, Prep van Curtis Sittenfeld, 11.12.63 van Stephen King en Before I Go To Sleep van S.J. Watson zijn grote aanraders.