Lef tonen bij je debuut is niet elke auteur gegeven! In De viool van mijn moeder opent Yvonne van den Berg voor iedereen die het zien wil de deur van het familiehuis waarachter zich al enkele generaties een angstvallig bewaard geheim, schaamte, schuldgevoelens en diepe pijn verborgen houden.
Ook stylistisch heeft ze niet voor de makkelijkste weg gekozen. Er zijn maar liefst drie vertelstemmen: die van een jong meisje, een volwassen vrouw en tussendoor de beschouwende passages.
Met de steun van schrijfdocenten en de troost van klassieke componisten ontstond vakmanschap en mentale kracht... onmisbare ingrediënten voor een levenswijze roman!
‘Situaties
hebben zo veel verschillende kanten en
ik heb geleerd
me in te leven in meer kanten dan alleen maar de eerste die zich
aandient.’
Sommige debuterende auteurs beginnen zonder
schrijfcursus aan een boek, anderen, zoals jij, kiezen eerst voor een leerproces.
Wat leer je op zo’n cursus? En heb je er tijdens het schrijven iets aan gehad?
Ik ben in de zomer van
2011 begonnen met het schrijven aan het boek. In de zomervakantie, op de
camping, met mijn gloednieuwe Ipad afwisselend op schoot, de campingtafel of in
bed. Op de momenten dat ik inspiratie had en er in mijn hoofd weer een fragment
naar boven kwam dat ik moest noteren. Hapsnap, kriskras door het leven van mijn
moeder en dat van mij. Na de vakantie had ik een Ipad vol stukjes, halve
A4-tjes, soms slechts enkele regels. Het dagelijkse leven begon weer en mijn
Ipad verdween onder een stapel kranten die nog gelezen moest worden. Ik wist
toen even niet hoe ik verder moest. Een paar weken na de vakantie zag ik de aankondiging
van de schrijfcursus in Gent, georganiseerd door Paul Sebes en de NRC, getiteld
de ‘do’s en dont’s van het schrijverschap’. Het leek mij een geweldige
stimulans om tips te krijgen waardoor ik misschien weer verder zou kunnen
komen. En dat was ook zo. Paul en zijn compagnon Willem gaven technische tips:
hoe bouw je een verhaal op, hoe zet je personages neer, hoe ga je om met sfeertekening,
wat laat je ook vooral weg enz. Erg inspirerend waren ook de verhalen van de
aanwezige echte schrijvers: Thomas Rozeboom, Renate Dorrestein, Manon Uphoff en
Ivo Victoria. Zij vertelden over hun werkwijze, dilemma’s, keuzes. Driekwart
jaar later, in de zomer van 2012, heb ik een langere cursus bij Paul gevolgd,
met een kleinere groep cursisten, waarbij een manuscript van de vijf deelnemers
een dagdeel lang besproken werd. Opbouw van het verhaal, karaktertekening,
hiaten, onduidelijke of onlogische opbouw, met daarnaast ook een technische
bespreking van zin tot zin: de rode aantekeningen die van alle pagina’s spatten…
Ik vond het zeer zinvol. Ik leerde om mijn blinde vlekken te zien, ging meer
durven en kreeg ook zelfvertrouwen. Daarnaast heb ik de boeken van Jan Blokker
gelezen, over de technieken van schrijven. Erg goed! Tijdens het schrijven van
mijn boek heb ik zo nu en dan weer even de algemene aanwijzingen doorgenomen of
iets uit een boek van Jan Brokken gelezen, en ik kon weer verder.
|
NSB-lidmaatschapskaart van leider A. Mussert |
De viool van mijn moeder is een
autobiografische roman. Je had ook kunnen kiezen voor een non-fictieboek.
Vanwaar de keuze voor het romangenre? En was je daar gaandeweg blij mee?
Ik wilde graag een roman
schrijven omdat ik dan meer vrijheid had. Ik heb teruggekeken naar mijn jeugd
en vooral naar de gevoelens die ik toen had. Er werd bij ons thuis aan de
eettafel heel veel gesproken over het NSB verleden van mijn opa en de
konsekwenties die dat heeft gehad voor mijn moeder en ik gebruik veel dialogen
in mijn verhaal. Maar die heb ik natuurlijk bedacht. De sfeer klopt met hoe het
toen was, maar letterlijke teksten wist ik natuurlijk niet meer. Ook heb ik
voor deze vorm gekozen omdat ik met name in het eerste deel, wanneer de ik-persoon
tussen de acht jaar en achttien jaar is, veel kan laten zeggen vanuit een
kinderlijke beleving, met veel meer emotie dan wanneer het een non-fictie verhaal
was geworden. En ik heb ook niet alle feiten kunnen achterhalen, wat er precies
is gebeurd. Ik ben heel tevreden met deze keuze en denk dat het verhaal
hierdoor dichter bij de lezer kan komen dan wanneer het non-fictie was
geworden.
Dit boek gaat ook over de relatie tussen muziek
en mens. Je moeder leed onder een zwaar trauma. Zou het haar geholpen hebben
als ze de viool niet had weggestopt maar via het instrument de confrontatie met
haar verleden was aangegaan?
Waarom ze precies is
gestopt weet ik niet, dat lees je ook in het boek. Er zijn waarschijnlijk
verschillende aanleidingen geweest. Ik denk dat zij zelf de confrontatie met
het verleden helemaal niet meer aan kon en ook niet meer wilde; het zat
allemaal te diep en was te pijnlijk. Toen het duidelijk was dat zij niet meer
naar het conservatorium kon gaan als nasleep van alle ellende door de keuze van
haar vader voor de NSB, en mijn vader het later ook niet stimuleerde, was het
denk ik gebeurd. De viool bracht haar alleen nog maar verdriet: een uit elkaar
gespatte droom om violiste te worden en pijnlijke herinneringen aan het spelen
tijdens de oorlog. Zij heeft op een bepaald moment gekozen om piano te gaan
spelen, om toch muziek te kunnen maken, waarbij ze ook niet afhankelijk was, zoals
ze zelf vaak zei ‘de piano is net een heel orkest en je hebt er niemand anders
bij nodig’. Dat was typerend voor haar. Maar het blijft wel bijzonder dat ze de
viool wel steeds heeft bewaard, ook al lag hij ver weggestopt op zolder. Ze kon
er dus ook geen afstand van doen.
Je alterego Else kiest voor de dwarsfluit. Wat
doet een kind daarvoor kiezen? Had jij de viool en de piano misschien op een
denkbeeldige zolder gestopt?
De klank van de fluit
heeft mij gefascineerd vanaf jongs af aan. Het familieverhaal deed de ronde dat
ik vanaf het moment dat ik kon kruipen naar de pick-up kroop als mijn moeder
fluitmuziek draaide, zoals de Badinerie van Bach (uit de tweede Orkestsuite) of
de partita voor fluitsolo. Dan gaf ik aan dat ik de stukjes nog een keer wilde
horen en dan zette ze de muziek opnieuw voor mij op. De klank is me mijn hele
leven blijven fascineren, nu ook nog. Ik kan het niet verklaren. Het is iets in
het geluid dat me kennelijk intens raakt.
Toen ik de viool had
gevonden heb ik wel even geaarzeld of ik er op wilde leren spelen, maar dat
heeft niet lang geduurd, onder andere door de reactie van mijn moeder, maar ook
omdat ik intens genoot van het fluitspelen. Daarnaast speelde ik trouwens ook
piano, maar dat vond ik te ingewikkeld worden om in het boek ook nog te noemen
;-)
Een groot stuk van het boek is geschreven vanuit
het kind. Was het moeilijk om in het hoofd van Else te kruipen en de
bijbehorende verteltoon te vinden?
Ja en nee. In de eerste
versies was het hele taalgebruik te kinderlijk. In de beschouwende stukken nam
ik geen afstand van de kinderlijke denkwijze en dat was niet goed. Hoe ik dat
moest veranderen heb ik bijvoorbeeld ook geleerd door de schrijfcursus. Op een
bepaald moment had ik het wel te pakken, dan kon ik echt in het kind kruipen en
een moment later kon ik uitzoomen en vanuit een volwassen verteller schrijven.
In eerste instantie wilde ik het boek ook laten eindigen bij het eerste deel,
wanneer Else achttien is en uit huis gaat. Ik had wel een epiloog toegevoegd,
waarin ik terugkeek op het overlijden van mijn moeder, maar hoe verder ik kwam
hoe meer ik voelde dat er een tweede deel moest komen waarin Else veertig jaar
is en haar ouders dan echt overlijden. Toen heb ik wel een tijd moeite gehad om
voor dat deel de juiste toon te vinden. En het was ook veel lastiger om de hele
NSB problematiek vanuit een volwassen perspectief te beschrijven, zonder
standpunten in te nemen die ik niet wilde of ook maar ergens de schijn op te
wekken dat ik achter de keuze van opa gestaan zou hebben.
|
Johann Sebastian Bach |
Wat het openlijk bespreken van het familiegeheim
betreft, heb jij een andere keuze gemaakt dan je moeder. En dat deed je al van
jongs af aan. Wat heeft je dat opgeleverd? En zou dat ook voor je moeder een
betere weg zijn geweest?
Zodra mensen in mijn leven
belangrijk werden moest ik ze het familiegeheim vertellen, anders kon ik niet
met ze verder. Dan hield ik voor mijn eigen gevoel iets achter en dat was niet
eerlijk. En ze konden me zo maar afwijzen dacht ik, wanneer ze er later achter zouden
komen. Ik had dus de erkenning van anderen nodig om er te mogen zijn, naast
hen. Eigenlijk kreeg ik altijd vertrouwen terug en verbaasde blikken van ‘zit
jij daar nu nog steeds mee? Het was de keuze van je opa, jij bent geen NSB’er’.
Ik heb zelf nooit meegemaakt dat ik daarom werd afgewezen, maar de angst
daarvoor zat zo diep door alle verhalen en wat ik bij mijn moeder heb gezien.
De laatste twee jaar, tijdens het schrijven aan mijn boek, ben ik er steeds
meer over gaan praten. Ook met vreemden en niet alleen meer in mijn vertrouwde
kring. Dat was spannend en ik ben bang geweest voor afwijzing maar hoe verder
ik kwam met het boek, des te meer dat verdween. Ik heb geweldige gesprekken
gehad, met vrienden, familie, nieuwe vriendschappen gekregen, een dieper
contact met anderen, meer gedeeld met anderen, ook over hun leven en gevoelens.
Ook de plaatsvervangende schuld verdween steeds meer. Tot nu toe heb ik ook
alleen nog maar positieve reacties gehad en dat voelt fantastisch! Niemand
wijst mij of mijn verhaal af op de inhoud! Wie weet komen er nog negatieve
reacties, ik hou overal rekening mee, maar ik denk steeds meer dat het wel zal
meevallen. Ik krijg dus steeds meer vertrouwen en ik geloof dat de maatschappij
open staat voor ook dit verhaal van oorlogsellende. Ik denk dat mijn moeder er
ook veel aan gehad zou kunnen hebben wanneer ze er openlijk over had kunnen
praten, maar ik denk ook dat het niet mogelijk was voor haar en dat de tijd er
voor haar niet klaar voor was. Heel pijnlijk om te beseffen; ik had het haar
graag anders gegund!
|
De vioolmuziek van Mendelssohn
is onlosmakelijk verbonden
met de hoofdpersonen uit 'De viool van mijn moeder' |
In de loop van je leven ben je op zoek gegaan
naar antwoorden op tal van vragen. Niet alle mysteries werden daarbij
opgehelderd. Hoe is het om met onbeantwoorde vragen te moeten leven?
Ik heb er vrede mee. Het
is niet erg, laat ook maar een mysterieus waas blijven bestaan over bepaalde
zaken, dat is ook wel mooi. De overledenen hebben ook recht om iets van hun geheimen
te behouden. Ik heb al zo zitten wroeten in hun bestaan…
Lezers worden wel eens geconfronteerd met het
begrip ‘misplaatst schuldgevoel’. Dat gebeurt ook in dit boek. Heb jij door je
persoonlijke ervaring en de visie van je therapeut inzicht gekregen in het
mecanisme van dit zeer belastende gevoel? En kun je er vanaf geraken?
Ik ben door het schrijven
van het boek mijn misplaatste schuldgevoel steeds verder kwijt geraakt. Ik had
het boek niet kunnen schrijven als ik niet al heel veel had verwerkt, maar het
lijkt wel alsof het nu bijna helemaal verdwenen is. Ik denk dat een misplaatst
schuldgevoel ontstaat door het principe van loyaliteit; als kind ben je loyaal
aan je familie, je bent afhankelijk en je wilt je verbonden voelen met je
naasten. Als je dan merkt dat belangrijke mensen om je heen iets hebben gedaan
dat je helemaal niet begrijpt, waarvan je ziet dat het anderen heeft pijn
gedaan en waar je bang voor bent op twee manieren: 1. zou ik het zelf ook
kunnen doen en 2. welke konsekwenties heeft het nu nog voor mij, dan kan je er
in worden meegesleurd. Ik heb gemerkt dat je afstand moet nemen om het te
kunnen verwerken. Echt afstand nemen betekent ook loslaten en voor een deel
afscheid nemen en dat is pijnlijk, omdat het er even op lijkt of je die
geliefde afstoot. Dat is ook gebeurd door het schrijven van het boek, en eerder
door therapie. En het leuke van afscheid nemen is dan ook weer dat alles
daardoor eigenlijk weer dichterbij komt, maar dan op een volwassen wijze. Je
kunt nog best van iemand houden ook al heeft hij of zij dingen gedaan die je
afkeurt. Als je je maar blijft realiseren dat dat niet jouw keuze is geweest,
zoals bij mij: mijn opa heeft de keuze voor de NSB gemaakt, ik niet. En hij
blijft in mijn herinnering de lieve opa waar ik van hield toen ik klein was.
|
Stadsschouwburg De Oosterpoort in Groningen,
waar Yvonne van den Berg verantwoordelijk is voor de programmering © Wutsje |
Heb je de indruk dat je familiegeschiedenis je
kijk op de wereld (je persoonlijke en de grote) beïnvloed heeft?
Ik denk het wel, maar ik
vind dat ook moeilijk te zeggen omdat het verleden van jongs af aan bij mij
was. Ik denk wel dat ik steeds beter heb geleerd om genuanceerd te kijken en
niet snel te oordelen. Situaties hebben zo veel verschillende kanten en ik heb
geleerd me in te leven in meer kanten dan alleen maar de eerste die zich aandient.
Muziek heeft in het boek en daarbuiten een
troostend effect. Hoe vind je je eigen troostmuziek? Is dat een subjectieve
aangelegenheid of ken jij stukken of componisten die daar van nature beter
geschikt voor zijn?
Ik denk dat het
persoonlijk is. Men zegt wel dat Bach altijd troostend kan zijn, maar ik vraag
me dat af. Alleen als je geraakt wordt door zijn muziek, die ook nog eens
zoveel aspecten in zich heeft. Ik kan me ook voorstellen dat mensen helemaal
gek kunnen worden van zijn ingewikkelde structuren. Ook wordt Mozart snel
gezien als helend, maar dat is ook persoonlijk en subjectief. De werken die ik
in mijn boek noem zijn voor mij allemaal van groot belang. Het fluitkwartet van
Mozart heeft zo’n schoonheid in zich, dat ik iedere keer weer diep geraakt ben
als ik het 2e deel hoor. Zo ook met Syrinx van Debussy. Maar het is
bij mij ook wel verbonden met bepaalde periodes waar ik me in bevind. Soms is
het Mozart en kan ik helemaal uit mijn dak gaan van een bepaalde opera, dan is
het een suite van Bach die ik helemaal grijs draai, en dan weer de kleurrijke
impressionisten. Maar ook wel populaire muziek. Iedereen heeft wel muziek die
verbonden is aan bepaalde gebeurtenissen; de eerste verliefdheid, een
belangrijk besluit in je leven, een plotseling overlijden. Wanneer je dan later
weer de muziek hoort die verbonden is aan die gebeurtenis voel je weer de
emotie die zich toen aandiende. En dat blijft. Het is iets ongrijpbaars dat
tegelijkertijd fascinerend is en daardoor zo boeiend dat het in ieder geval mij
mijn hele leven bezig zal houden.