© Merlijn Domernik |
Samen met
journalist-historicus Hylke Speerstra keken de hoogbejaarde veteranen in de
spiegel. Op klompen door de dessa is
een verzameling kloeke getuigenissen die voorgoed het taboe doorbreekt.
Uit brieven en vragenuurtjes blijkt dat ook de publieke opinie is wakker
geschud. Of de overheid nu het lef heeft om zich in het debat te mengen, is de
vraag!
‘Als ik een verantwoordelijke oude kolonel uit
die tijd had geïnterviewd,
zou ik hem hebben geknipt en geschoren.’
zou ik hem hebben geknipt en geschoren.’
Bedenk wel dat de waarheid van 2015 het
daglicht van pakweg 1975 nog niet kon verdragen. De propagandaleugens over
oorlogen worden maar langzaam door de waarheid achterhaald. Het zou inderdaad
best kunnen zijn dat er decennia lang sprake is geweest van een soort
collectieve schaamte. De jongens in Indië hadden een heel andere oorlog
meegemaakt dan het thuisfront was wijsgemaakt. Overigens werd het idee dat het ‘ons
Indië’ moest blijven in het hopeloos verzuilde Nederland van vlak na de oorlog
breed gedragen. Over collectieve denkfouten praat het niet makkelijk.
Inmiddels hebben ‘onze jongens’ die het
vuile werk moesten opknappen, de leeftijd bereikt om de eindbalans op te maken.
Volgens psycholoog Douwe Draaisma komen in de laatste levensfase de herinneringen het scherpst
naar voren uit de tijd waarin ze volwassen werden. Als er dan een wat oudere
schrijver komt die de levenssfeer van toen zelf nog heeft geproefd, kan het zomaar gebeuren
dat er in de herinnering een venster open schuift. De tijd van vragen en
antwoorden is aangebroken, dat merk ik ook aan de vele reacties van lezers van
mijn boek.
Eénzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Soekarno ('45) |
Eén van de hete
hangijzers uit Op klompen door de dessa is de Nederlandse razzia in Rawagede. Over het aantal
slachtoffers in dat dorp verschillen de meningen. Iemand die dicht bij de
situatie stond is Fokke Dijkstra (88). Hij
vindt dat er fors gesjoemeld is met de cijfers ten nadele van de Nederlandse
soldaten. Hoe geloofwaardig vind je hem?
Dijkstra heeft moeite de waarheid onder
ogen te zien. Het hele drama Rawagede is in de loop der jaren voor de goede man een obsessie geworden. Ik
droeg feiten aan waarmee zijn mening kon worden weerlegd, maar pas aan het eind
van ons laatste gesprek kwam hij met een verweer. Het was van een aangrijpende
eenvoud: Hij geloofde in het goede van de mens. ‘Ik was, toen het gebeurde,
niet in die kampong, maar ik heb de jongens die er wel waren goed in de ogen gekeken. Het
waren zulke gewone, goeie jongens, die kunnen zoiets ergs nooit gedaan hebben.’
Ik dacht meteen: Hier laat ik het bij. Als ik een verantwoordelijke oude
kolonel uit die tijd had geïnterviewd, zou ik hem hebben geknipt en geschoren.
Een vraag die
zich inderdaad na het lezen van de getuigenissen opdringt, is wie er
verantwoordelijk is voor de wandaden die bij deze militaire interventie horen.
Hoe kijk je daar tegen aan?
Verantwoordelijk zijn niet in de eerste
plaats de naar schatting 100 duizend dienstplichtige jongens die patrouille
liepen en ongewild een guerilla moesten uitvechten. Het was ‘dienstbevel opvolgen’ of voor de
Krijgsraad. Kom er maar eens voor te staan. De hoofdschuldigen achter de
wandaden moet je zoeken in de hogere echelons van de krijgsmacht en in de
politiek en het bestuur van toen. Daar had men beter moeten weten. Al in 1947
maakten gerenommeerde militaire strategen aannemelijk dat het slecht zou
aflopen. Het stemt tot cynisme dat al die hoog geplaatste heren minder last van
napijn hebben gehad dankzij zij die het vuile werk moesten opknappen.
Kerkhof van Palembang, Zuid-Sumatra
© W.F.J. Pielage
|
Vind je trouwens
dat je getuigen hun ervaringen en zichzelf recht in de ogen hebben durven
kijken?
Ik denk dat de tijd en het geweten hen
hebben aangespoord dat te doen! Niet voor niets heeft het gros van mijn
vertellers zo lang gezwegen. Bij hen is in veel gevallen decennia lang sprake
geweest van uiterlijke stilte en innerlijk tumult. Er zit een duidelijke
constante in de stroom van reacties van lezers; zo schreef een weduwe dat haar
man haar pas op zijn tachtigste durfde te vertellen dat hij wel vijftien jonge
mensen had moeten doodschieten. ‘Ik heb voor de duizendste keer voor de spiegel
gestaan’, zo was hij begonnen, ‘maar nu kan en wil ik er niet langer overheen
leven.’
Terug in
Nederland voelden de Indiëgangers zich in de steek gelaten door de politiek,
bijvoorbeeld, als het over banen of uitkeringen ging. Is die kritiek terecht,
gezien de povere economische situatie in de jaren van de wederopbouw?
Ze voelden zich besodemieterd en dat kan
ik begrijpen. Hun was door overheid, leger en in veel gevallen zelfs de kerk
ingepeperd dat ze hun leven in de weegschaal moesten leggen voor God, koningin
en vaderland, maar waar was, terug in het vaderland, die Drie-eenheid? Ze
kregen in Rotterdam als dank een appel mee voor onderweg. Thuis moesten ze zelf
uitzoeken hoe ze weer aansluiting konden krijgen bij de generatie waartoe ze
hoorden.
Goed, na jaren was er een
herinneringskruisje, maar dat moesten ze wel zelf aanvragen. Het waren veelal
jongens met een hoge pijngrens. Hard werken hadden ze hoog in het vaandel
staan. Werken als remedie om overeind te blijven. De veteranenziekte
posttraumatische stresstoornis PTTS moest nog worden uitgevonden.
Cover van de Friese versie: Wie is David en wie is Goliath? |
Bleef je tijdens
je journalistieke zoektocht soms op je honger zitten? Zijn er lacunes in het
beeld dat je hebt willen creëren? Miste je getuigen die hun licht konden laten
schijnen over een bepaalde situatie?
Toen ik er een flink aantal had
gesproken, waaronder een principiële dienstweigeraar, een deserteur, een marinier die als vermist was
opgegeven en een jongen die vanuit Soerabaja rechtstreeks naar Nieuw-Zeeland
emigreerde, was er toch een goede oogst. De verhalen had ik in een bredere
historische context kunnen plaatsen, maar in dit boek wilde ik een vergeten
groep een stem geven die boven alles uit zou klinken. Voor historici blijft er
genoeg werk over. Sterker, zij moeten opschieten, want de bronnen lopen op hun
laatste benen. Trouwens, waar blijft bij dit onderwerp de samenwerking met
historici in het Indonesië van vandaag?
In de
veronderstelling dat je vooraf heel wat research hebt gedaan… Werd je nog
verrast tijdens de gesprekken en, zo ja, waardoor? En wat blijft er bij jou
hangen na deze confrontatie?
Tijdens menig vraaggesprek maar ook
tijdens signeersessies en lezingen word ik steeds weer getroffen door de grote invloed die ‘Indië´ heeft gehad op de gezinnen van de
veteranen. Altijd weer die zwijgende vader. En kinderen die vader van de weeromstuit dan maar geen vragen stellen. En steeds
ook weer de moeder die zich voor dezelfde zware taak zag gesteld als haar man toen die in
Indië rust, orde en veiligheid moest brengen…
De
onafhankelijkheidsstrijd werd misbruikt door rondzwervende bendes, criminelen
die in een machtsvacuüm sprongen en de locale bewoners
terroriseerden. Doet dit fenomeen je ook aan de internationale actualiteit
denken?
Viering Indonesische onafhankelijkheid |
Er zijn vergelijkingen te trekken, maar
dan tot op zekere hoogte. Overal waar een machtsvacuüm ontstaat, wordt een machtsstrijd
uitgevochten. Maar kijken we terug op het dekolonisatieproces dat zich in de
vorige eeuw voltrok, dan is het met de onrust, wanorde en het geweld in het
Midden-Oosten en op het Afrikaanse continent nog slechter gesteld; althans voor mij veel ondoorgrondelijker.
Al ver voor de Tweede Wereldoorlog was
in Oost-Indië sprake van een nationalistische
beweging. Na ruim drie eeuwen koloniaal bewind en de aftocht van de wrede
Japanse bezetter, lag het kleine koninkrijkje aan de andere kant van de wereld
even op zijn gat. Voor de Indonesiërs was het nu of nooit. Tijdens het vacuüm, de Bersiap-periode, zijn inderdaad meer dan 100 duizend
burgers om het leven gekomen.
Je vindt dat
deze oud-militairen moeten worden uitgenodigd voor de herdenking van 70 jaar
bevrijd Nederland op 5 mei. Waarom is dat tot nu toe niet gebeurd?
In de stem van de Indië-veteranen klinkt
door dat ze zich tijdens de meiherdenkingen vaak heel eenzaam voelen. Ze staan
daar en hebben alleen maar meegewerkt aan een zwarte bladzijde in onze
geschiedenis. ‘Geef ze bij de herdenkingen een
plaats’, schreef ik in NRC-handelsblad. Van de kant van het NIOD (Instituut voor
oorlogs-, holocaust- en genocidestudies) reageerde men nogal afwijzend op mijn
suggestie. Zo zie je maar weer hoe gevoelig ‘Indie’ na 65 jaar nog altijd ligt.
Augustus '15 verschijnt een nieuwe uitgave van 'Oerpolder', de ontstaansgeschiedenis van het Friese platteland |
Vaak heel emotioneel maar in vrijwel
alle gevallen ook zeer positief. Het was erger dan velen hebben gedacht.
Veel reacties in de zin van: ‘Nu snap ik eindelijk wat ons vader daar moet
hebben meegemaakt.’ Inmiddels lijkt Friesland, waar het boek al eerder in het
Fries verscheen, in de ban geraakt van de Indië-veteranen. Op klompen door
de dessa was de inspiratiebron voor dramaturg Bouke Oldenhof om het
teaterstuk Feteranen te schrijven. Jos Thie regiseerde het stuk, dat op
21 maart in première ging. Laaiend enthousiaste recensies, van de 42 geplande
voorstellingen zijn er al 30 volgeboekt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten