Als je vindt dat een goed boek
rijk en origineel moet zijn, dan ben je bij Violet Leroy aan het juiste adres.
Vertrekkend van haar tot nadenken aanzettende jeugd, exploreert ze menselijk
gedrag dat te maken heeft met verantwoordelijkheid en schuld, vergelding en
vergeving. Daarbij verbindt ze het persoonlijke met het maatschappelijke.
Zoals zijzelf met verbazing en
soms met afschuw naar de wereld kijkt, zo blijft de lezer bij het dichtklappen
van haar boeken achter met een bedrijvige geest. Bij geslaagde romans horen ook vragen…
‘Mijn
inlevingsvermogen is van universitair niveau.’
Wie
naar de invalshoeken van je boeken kijkt, kan niet voorbij aan de godsdienstige
elementen (traditioneel of sektarisch geloof, cultureel-maatschappelijke
achtergrond van een geloofsgemeenschap…). Wat zegt dat over jouw blik op mens
en maatschappij?
Het zegt dat de mens, zijn cultuur en geloof mij
boeien. Als je ziet wat geloofskwesties doen met mensen is dat angstaanjagend.
Kijk naar de geschiedenis
van het Jodendom, het Christendom, kijk naar de huidige beweging in de Islam
die de wereld in vuur en vlam zal zetten.
Op zich is er niets mis
met geloof: het was ooit een manier om een samenleving te organiseren, het is
een houvast voor mensen in een wereld die anders onbeheersbaar lijkt. Een
middel om te overleven.
Dat is prima.
Tegelijkertijd zie je ook dat geloof een politiek mechanisme wordt waarbij
mensen uit zijn op uitsluiting of zelfs vernietiging van andersdenkenden.
Geloof kan mensen maken en breken. Ik ben ervan overtuigd dat staat en
godsdienst strikt van elkaar gescheiden zouden moeten zijn, maar de realiteit
is dat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.Joodse menora, negenarmige kandelaar, die op Chanoeka, het feest van het licht, wordt aangestoken. |
In De helft van mijn ziel haal je terecht uit naar het katholicisme dat ‘de zin van het lijden’ propageert. Je suggereert ook, met recht en reden, dat de Roomsen een handeltje met god opzetten: zondigen is niet erg want de biechtvader heeft een dikke spons. Heb je zelf een religieuze opvoeding gekregen of komt dat inzicht ergens anders vandaan?
Ik ben niet de personages
uit mijn verhalen. En eigenlijk vind ik ook niet dat inspecteur Hofman
uithaalt. Hij spreekt zijn verbazing uit over het feit dat de Roomsen het
lijden van Jezus zo benadrukken.
Toen ik ‘De helft van mijn
ziel’ schreef heb ik daar veel over gelezen. Als ik het goed begrepen heb zegt
de Roomse Kerk dat Jezus is gestorven om de zonden van de mensen op zich te
nemen zodat zij vrij zijn. Ik kan dat niet bevatten: ik heb geleerd dat je zelf
verantwoordelijk bent voor wat je doet en laat. Ik heb ook niet geleerd dat
mijn handelingen zondig zouden kunnen zijn. Goed of fout, ja, maar zondig? Wat
is dat voor woord? Daar krijgt ‘fout’ een hele macabere lading van. Fouten zijn
zaken die voor verbetering vatbaar zijn. En waarom moest Jezus daarvoor zo’n
pijnlijke dood sterven?
Een religieuze opvoeding
heb ik niet gehad, toch wist ik als kind god wel te vinden. Toen mijn vader
bijna doodging heb ik god beloofd dat ik altijd zonder morren zou helpen bij de
afwas, als hij mijn vader beter maakte. Hij was nog niet hersteld of ik had
mijn belofte al gebroken. Daarna heb ik een paar dagen met god onderhandeld
over mijn belofte en vervolgens ben ik hem vergeten want in een kinderleven
gebeurt veel. Dus ach, net als de Roomsen maakte ik ook een handeltje met god.
In onmacht ben je bereid alles te zeggen en te beloven. Een goede religie houdt
daar rekening mee. Zo mag je in het joodse geloof aan de vooravond van Grote
Verzoendag aan God vragen je te ontheffen van al dit soort beloftes.
Daarnaast verwerk je tragische gebeurtenissen
uit de wereldgeschiedenis: de ramp met de Herald
of Free Enterprise, het Manson-Tatedrama, de Holocaust… Ben je iemand die
nieuws en duiding aandachtig volgt en persoonlijk beleeft?
Eerlijk gezegd: ik heb
geen televisie en kijk er ook niet naar. Ik lees ook zelden de krant. Ik volg
het nieuws oppervlakkig via internet. Oppervlakkig, maar wel internationaal,
want de Nederlandse pers legt andere accenten dan de Amerikaanse of Franse
pers.
Het nieuws verandert
nooit: er is altijd oorlog, er wordt altijd zonder en met reden gemoord en er
zijn altijd mensen die willen heersen over anderen. Waarom heet het eigenlijk
nieuws? Er is niets nieuws aan het nieuws.
Wat betreft de Holocaust:
Ik kan niet stoppen met het zetten van vraagtekens. Hoe ontstaat zo’n beweging
die uit is op vernietiging van anderen? Is dat op het punt waar religie en
politiek zich met elkaar mengen en waar religie een machtsinstrument wordt? Ik
zie nog steeds de gevolgen van de Holocaust in de naoorlogse generaties.
En het vreselijke is:
sinds 1945 zijn weer vele genocides geweest. En echt niet alleen in Afrika of
Azië of andere verweg plekken. Je zou denken, hou ermee op, maar het lijkt wel
alsof er steeds weer bevolkingsgroepen zijn die andere bevolkingsgroepen per se
willen doden. Nu weer Syrië, Egypte… en ook hier in West-Europa speelt religie
een steeds belangrijker rol. Op een dag is Nederland weer aan de beurt als
toneel voor een religieuze oorlog. Welke bevolkingsgroep slachtoffer zal zijn
en welke dader, hangt af van de beslissingen die nu in Den Haag en op Europees
niveau genomen worden. Gezien de opportunistische houding van de meeste
politici, heb ik weinig hoop voor de toekomst.
Met Chanoeka worden donuts gegeten.
Ik heb geen religieuze
identiteit. Ik ben in meerdere opzichten, religieus, cultureel en wat betreft
nationaliteit, een mengelmoes. Ik vier Chanoeka, maar slacht ook een paashaas.
Sommige mensen noemen mij het prototype van een jiddisje mame, andere vinden mij een Turkse madonna.
Als kind werd ik
uitgescholden voor zwartje, onlangs verweet iemand mij een kaaskop te zijn.Wat is toch identiteit?
Huize Leroy heeft gecultiveerde bewoners © Violet Leroy |
Vergelding: het is een
fascinerend thema. Vergelding is iets anders dan wraak. Het recht van
vergelding was al in het oude testament een belangrijk rechtsbeginsel: oog om
oog, tand om tand. Je vergelding ging niet verder dan hetgeen jou of jouw
familie of jouw groep was aangedaan. Evenredigheid en proportie in plaats van
ongebreideld wraak nemen. Je kan daar van alles over opmerken (lijfstraffen!),
maar kern van de zaak was dat het persoonlijk bleef. Als slachtoffer kreeg je
genoegdoening in verhouding tot wat jou was aangedaan.
Aan die vergelding werd
toegevoegd: vergeving vragen en vergeving schenken. Vergelding is dan ook een
schakel in een keten: dader, slachtoffer, misdaad, schuld, vergelding en
vergeving. Pas na de vergeving is het klaar.
Die hele keten hebben we
losgelaten: in ons huidige strafrecht gaat het om andere dingen en is het
persoonlijke aspect verdwenen. Dat heeft zijn voor- en nadelen, maar feit is
dat de slachtoffers en hun nabestaanden vaak met lege handen staan wanneer het
aankomt op ‘vergelding’. Want hoe je alles ook rationaliseert in onpartijdige
wetgeving: het gaat om mensen en menselijk leed, de emotie daarover en de
bewegingen omdat leed te verwerken. Dat fascineert me, daar wil ik over
schrijven en dat zie je terug in Medelijden met de duivel en in De helft van mijn ziel.
Ging het in die boeken
over vergelding, in het boek waar ik nu aan werk gaat het over ‘schuld’. Ik ga
het hebben over daders, mensen die in onschuld, of door omstandigheden een
ander iets aandoen. Hoe werkt dat door in hun gedrag, in hun geweten? Het
slachtoffer wil vergelding, maar waar is de dader naar op zoek? Vergeving?
Dat wordt het vervolgboek
van De helft van mijn ziel.
Tot zover de personages die vergelding zoeken. Als je kijkt naar de
andere karakters, dan kom je vaak uit bij zwakkelingen die neigen naar lafheid
of bij een soort egocentrisme dat sociaal aanvaardbaar is maar moreel gezien
niet erg koosjer. Ben jij ontgoocheld in mensen?
Nee, ik ben niet
ontgoocheld in mensen. Waarom zou ik? Teleurstelling houdt afkeuring van
andermans gedrag in. Misschien ben ik zelf ook wel een lafaard als het erop aan
komt. Mensen zijn niet goed of slecht, geen held of lafaard. Je perspectief
bepaalt of je iemand beoordeelt als held of als lafaard, maar beide personages
zijn niet realistisch. De soldaat die levens redt door te doden zal voor de ene
partij een held zijn en voor de andere een oorlogsmisdadiger.
In mijn boeken kom je geen
helden tegen. Ze bestaan niet. Wel twijfelaars en opportunisten. Dat zijn mijn
‘helden’. Wat niet onverlet laat dat ik graag naar James Bond kijk.
Wat je boeken nog kenmerkt, is het intense meevoelen met kwestbaren, kinderen en volwassenen. Psychologen zeggen dat mensen met veel empathie vroeger ook direct of indirect met (een) slachtoffer(s) geconfronteerd werden. Herken jij dat?
Ik herken het zeker. Ik
ben opgegroeid in een milieu waar de volwassenen de Tweede Wereldoorlog in al
zijn verschrikkingen hebben meegemaakt. Dat betekent dat je als kind te maken
krijgt met alle mogelijke emoties.
Die oorlog was niet
afgelopen op 5 mei 1945, of op 15 augustus 1945, generatie op generatie wordt
nog steeds geconfronteerd met de gevolgen. Bijna 70 jaar na het einde van de
Tweede Wereldoorlog bepalen ervaringen van toen het gedrag van nu. Wie daarin
is opgegroeid heeft geleerd daarmee om te gaan: je leert stemmingen en
gedragingen van volwassenen in te schatten, al was het alleen al om zelf te
overleven. Mijn inlevingsvermogen is van universitair niveau.
Zoals je in mijn bespreking van De helft van mijn ziel kunt lezen, vind
ik je werk erg origineel, zelfs wanneer je vertrekt van een invalshoek die
andere collega’s al gebruikt hebben (de grote thema’s zijn natuurlijk ook
beperkt). Hoe ga je te werk om telkens opnieuw fris en verrassend te kunnen
zijn?
Ik zou natuurlijk een
hoogdravend verhaal kunnen houden over creativiteit en inspiratie, maar het
komt waarschijnlijk gewoon omdat ik een
beetje onaangepast ben omdat ik nooit het gevoel heb gehad ergens bij te horen.
Misschien lijkt het daarom dat ik fris en verrassend ben, maar ik weet gewoon
niet beter.
De moord op Roman Polanski's vrouw, Sharon Tate,
is een invalshoek in 'De helft van mijn ziel'
|
Je bent een kundig plot- en ideeënmens. Kom je
wel eens een thema tegen waarvan je denkt: ‘Dit is erg boeiend maar zo moeilijk
te verliteraturen, misschien zelfs onmogelijk'?
Bedankt voor het
compliment! Ik ben nu bezig met het
thema ‘schuld’. Het ontstond via twee
kanalen: Toen ik De helft van mijn ziel
schreef, schreef ik tegelijkertijd een ander verhaal. Dat ging over iemand die
iets gedaan had, dat zonder dat ze het wist, vreselijke gevolgen had. Het thema
was ‘rouw’ en daar ben ik mee gestopt omdat ik erin vastliep. Dat wordt niets,
dacht ik en ik had het bestand bijna gewist.
Maar toen ik De helft van mijn ziel klaar had, zag ik
opeens een parallel tussen de twee verhalen: ook Hofman doet ongewild een ander
iets aan. Hij ervaart dat alsof hij een
niet te betalen schuld aan het slachtoffer heeft. In plaats van ‘rouw’ moest
‘schuld’ het thema zijn, realiseerde ik me. Ik ben nu bezig het verhaal van
Hofman en het verhaal van die vrouw met elkaar te verbinden en ze passen als
een puzzel in elkaar.
Dus: nee, ik ben nog niet
tegengekomen dat ik een thema niet kan verliteraturen.
Lees hier de recensie van De helft van mijn ziel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten