© Merlijn Doomernik
Historische lessen gaan meestal over ronkende namen en knallende gebeurtenissen. Maar als je het verleden echt wil begrijpen, dan kun je niet zonder de mensen die de schoolboekengeschiedenis aan den lijve ondervonden hebben. Wil je hun verhalen vertellen, dan moet je voortmaken want getuigen hebben niet het eeuwige leven.
Journaliste Laura Starink vertrok bij haar moeder, oom en tantes om het grotere verhaal van de Silezische Heimatvertriebenen te kunnen optekenen. Duitse wortels leert ons, onder meer, dat de waarheid niet gediend is van al te makkelijke conclusies.
de Duitse geschiedenis weer de plek willen geven die haar toekomt.'
Je hebt Slavische talen gestudeerd en was
correspondent in Rusland. Zou je kunnen zeggen dat die keuzes al een begin
waren van je zoektocht naar het verhaal van je familie?
Vreemd genoeg is het
andersom gegaan. Eerst was er de belangstelling voor Rusland, daarna mijn
journalistieke werk en mijn correspondentschap in Moskou. Daar heb ik wel de
belangstelling opgedaan voor de fascinerende verhalen van gewone mensen die
zich zo goed en zo kwaad als het ging staande hielden onder de slagen van de
geschiedenis. In Rusland heeft zo ongeveer iedereen een verhaal waar je steil
van achterover slaat. Pas na de dood van mijn moeder realiseerde ik me dat dit
verhaal al die tijd voor mijn neus heeft gelegen en dat ik er niets mee had
gedaan. Dat gaat vaak zo met familieverhalen. Je moet een zekere afstand tot je
jeugd hebben voordat je aan zoiets durft te beginnen.
Zoekend naar de Silezische wortels van je
familie, ben je bij Tweede Wereldoorlog terecht gekomen en bij kwesties die
velen van ons aangaan. Hoewel er in Silizië heel weinig Kriegsbegeisterung was, haalde de NSDAP in ’38 een monsterscore in
Klausberg. Hoe is dat te verklaren?
Dat kwam omdat een groot
deel van opper-Silezië in 1920 aan Polen was afgestaan en veel Duitsers dat
onrecht vonden. Het leek velen dus wel een goed idee om dat gebied terug te
halen. De stemming was anti-Pools en daar speelde Hitler handig op in.
Het station van Klausberg, nu Mikulczyce © Wikimedia |
Je hebt geen nazi-heethoofden in de familie
gevonden. Je opa, die leraar was en wel eens vrijuit sprak in de klas, kreeg
het zelfs aan de stok met de autoriteiten. Stel dat je wel partijmensen en
jodenhaters zou gevonden hebben, hoe zou je daarmee zijn omgegaan,
journalistiek en persoonlijk?
Dat is een moeilijke
vraag. Journalistiek gesproken is dat natuurlijk interessant, want velen liepen
achter Hitler aan en de vraag waarom blijft fascineren. Het zou het schrijven
van het boek wel lastiger hebben gemaakt, omdat ik dan de verhalen van mijn
moeder, oom en tantes in twijfel had moeten trekken. Dan wordt het ook moeilijk
de rest van hun verhalen te geloven en dan heb je een persoonlijk, maar ook een
professioneel probleem. Dat mijn moeder als kind misschien ooit weleens in
Hitler heeft geloofd vind ik geen probleem. Ze was naief en jong. Ze was een
goed mens en in de verste verte geen antisemiet of xenofoob. De oorlog vond ze
vreselijk. Van mijn opa weet ik eigenlijk niet precies wat hij vond, omdat hij
geen geschriften heeft nagelaten en niet sprak over politiek. Het is niet
uitgesloten dat hij het terugveroveren van opper-Silezië goedkeurde. Maar wat
hij echt vond van het antisemitisme zal ik helaas nooit weten.
Terwijl ze historisch gezien niet veel recht
hadden op Silezië, legden de Polen na de overwinning op Nazi-Duitsland meteen
beslag op het gebied. Zou dat ook gebeurd zijn als de streek niet rijk was
geweest aan bodemschatten?
Jazeker, want het was niet
het idee van de Polen, maar van Stalin. Die was niet van plan het oosten van
Polen na 1945 weer af te staan. De Polen in Galicië (rondom Lwów, het vroegere
Lemberg) moesten dus vertrekken en daarvoor moest in het westen plaats worden
gemaakt. Polen was op zich helemaal niet blij met die verschuiving, omdat het
Poolse gebieden in het oosten kwijtraakte. Wel hadden ze natuurlijk de mazzel
dat ze er een rijk gebied voor terugkregen. Maar de Polen uit Galicië werden
net zo gedeporteerd als de Duitsers uit Silezië.
Het embleem van Klausberg © Wikimedia |
Zeker. Die verschillen
maken zo’n familiegeschiedenis juist zo interessant. Niet alleen hebben de
kinderen heel verschillende ervaringen op verschillende leeftijd, ook hebben ze
natuurlijk allemaal hun eigen karakter. Inge is zwaar op de hand en ietwat
verongelijkt, Bärbel was het zonnetje in huis, Lotte was sterk en optimistisch,
mijn moeder was als oudste wat bazig, Hans was een stille dromer en Hanne was
het kind van de rekening. Oorlog of geen oorlog: in elk gezin spelen daarnaast
ook de onderlinge verhoudingen een belangrijke rol.
Omdat het een boek is over het nodeloos
verdrijven van mensen, een vraag over de Polen die uit Rusland moesten
vertrekken en ingekwartierd werden bij Duitse Sileziërs. Wij zouden dat
ethnische zuivering noemen maar hoe werd er toen gedacht?
De deportaties werden geen
etnische zuivering genoemd, maar waren dat wel. Iedereen had zijn eigen
motieven. Stalin deed het zuiver om opportunistische redenen: hij wilde
gebiedsuitbreiding voor de Sovjet-Unie. De Polen en de Tsjechen deden het uit
wraakgevoelens: zij waren door de nazi’s als Untermenschen behandeld, verjaagd en vermoord. De westerse
geallieerden dachten dat de onderlinge haat zo groot was dat het beter was de
bevolkingsgroepen uit elkaar te halen. Anders zou er vroeg of laat weer oorlog
komen. Bovendien hadden ze in het westen hun handen vol: heel Europa was kapot
en diende opnieuw te worden opgebouwd. Een conflict met Stalin konden ze er
niet bij hebben.
Het klooster van Klausberg © Nomenon |
Weten de erg gelovige Polen trouwens dat de
patrones van Silezië een 13de eeuwse Duitse vorstin is: Hedwig von
Andechs die nu Jadwiga genoemd wordt?
Dat weten ze zeker: ooit was Silezië Pools.
Het postkantoor van Klausberg © Nomenon |
Omdat je moeder ging kuren in Zwitserland heeft
zij de barbarij van de Russen niet meegemaakt en zijn ook de harde na-oorlogse
jaren in Silezië (met de materiële ellende en de vernederingen van de Poolse
overheid) aan haar voorbijgegaan. Heeft dat haar relatie met haar zussen en
broer getekend? Oorlogsleed gaat immers verder dan ontberingen…
Ik heb haar dat niet meer
kunnen vragen, maar het heeft haar zeker een schuldgevoel bezorgd dat zij heeft
kunnen studeren terwijl haar familie zware tijden doormaakte. Ze heeft nooit
overwogen terug te gaan, ze durfde de Russische linies niet te doorkruisen. En
haar vader raadde het haar af. Hij ging ervan uit dat ze allemaal uiteindelijk
toch naar het westen zouden moeten en had haar dus liever in Zwitserland. Dat
Inge wel is teruggegaan en voor het gezin heeft gezorgd, is denk ik altijd een
onuitgesproken verwijt geweest. De anderen hebben het mijn moeder nooit kwalijk
genomen en waren erg op haar gesteld.
Is er een kans dat je boek in het Duits
vertaald wordt? En zou je willen dat je Duitse familie en doorsnee Duitsers dit
verhaal kunnen lezen?
De uitgeverij probeert het
te slijten, maar tot nu toe zonder succes. Er is in Duitsland veel literatuur
van en over Heimatvertriebenen. De
markt is denk ik wel verzadigd. Mijn oom en tantes kunnen het wel lezen in het
Nederlands, maar hun kinderen niet en die zouden graag een vertaling zien. Mijn
tantes waren onder de indruk. Lotte zei bijvoorbeeld dat ze heel veel geleerd
had, wat ze niet wist. Het enige voordeel van dit boek voor een Duits publiek
zou kunnen zijn dat het geschreven is door een betrekkelijke buitenstaander,
een Nederlandse. Dat levert misschien een iets andere invalshoek op. Maar ik
vrees dat dat niet genoeg is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten