© Merlijn Doomernik |
Als je dertig jaar lang
stand houdt in een gebied waar mensenrechten een farce zijn en oorlogen de ene
na de andere ravage aanrichten, moet je uit bijzonder hout gesneden zijn. Uit
een dikstammige baobab, bijvoorbeeld,
of uit de potigheid van een Nederlandse havenstad. Rotterdammer Koert Lindijer
is zo’n doordouwer.
Vanuit zijn standplaats
Nairobi bestrijkt de NRC-correspondent (ook te horen op Radio1 en Radio Netherlands International) een
waaier van Afrikaanse landen. Om de stemlozen een stem te geven en zijn lezers
een waarheid, baant hij zich een weg door levensbedreigende situaties, de
façades van bestuurders die geen verantwoording willen afleggen, de propaganda die de feiten bedekt.
Maar krantenstukken kunnen
slechts een beperkte complexiteit aan. Wil je breed en diep gaan, zoals het relaas van oorlogsland Sudan vereist, dan moet je
een boek schrijven…
‘Ik voel me door mijn vak beschermd wanneer ik “naughty
questions” stel.’
In De
vloek van de Nijl schrijf je dat de waarheid het eerste slachtoffer van iedere
oorlog is. Toch krijg je als lezer de indruk dat jij achter de grote waarheden
van dit conflict bent gekomen. Hoe zie je dat zelf?
Misschien had ik moeten
schrijven: in een oorlogssituatie dreigt de waarheid steeds meer naar de
achtergrond te verdwijnen, overspoeld door emoties en propaganda, en moet er
beduidend meer werk worden verricht om de waarheid boven water te halen.
Eén van die waarheden is dat idealen vervagen. Wat
heeft het Sudanese conflict je hierover geleerd?
Militairen nemen maar al
te gemakkelijk het heft zelf in handen. Dat gebeurt na gewapende opstanden, die
worden gekaapt door soldaten van het (regerings)leger. En bij volksopstanden,
zoals nu in Burkina. Het leger is in de fragiele Afrikaanse staten vaak een van
de meest stabiele factoren, een instituut waarop in troebele tijden gemakkelijk
wordt teruggevallen.
Oud-SPLA-rebellenleider John Garang, een man van de harde lijn © US Agency for International Development |
En ander heikel punt is het terugvallen op
autoritaire structuren. Het consensusdenken, de overlegcultuur en zelfs het
tolereren van andersdenkenden is zowel in Noord- als in Zuid-Sudan bijna volledig
zoek. Uit welke wortels is deze houding ontstaan? We kennen toch ook het beeld
van de dorpsoudsten die onder een boom palaveren tot ze eruit zijn.
Zeker, er bestaan andere
structuren, die echter niet altijd door de mensen aan de macht worden
vertrouwd. In de nog rudimentaire staat SSudan bestaat er een haat liefde relatie
tussen de militaire heersers en de traditionele stamautoriteiten. Soms vallen
de autoriteiten op hun traditionele collega’s terug, maar soms bestrijden ze
hen ook. Zie nu het inzetten van de White
Army van de Nuer door de rebellenleider Riek Machar. Ook veel moderne
Afrikaanse leiders, zoals Peter Adwok in het boek, pleiten voor meer inzet van traditionele
leiders om de macht van de politieke leiders te controleren en in te dammen.
Peter pleit voor een Senaat van tribal
elders. Overigens moeten we niet vergeten dat ook traditionele leiders vaak
zijn gecorrumpeerd door de macht. Niet ieder van hen wordt lokaal door
stamleden gekozen, velen worden tegenwoordig benoemd door de regering.
Met dat autoritaire denken word je zelf ook
geconfronteerd. Als je kritische vragen loslaat op politici of commandanten
word je nog net niet weggestuurd. Hoe ga je daar als journalist maar ook als
mens mee om?
Ik voel me door mijn vak
beschermd wanneer ik ‘naughty questions’ stel. Het moet kunnen. In de Afrikaanse
tradities, waar het big men syndroom
heel levendig is, leidt dat soms tot krommende tenen bij Afrikaanse collega’s,
maar volgens mij tonen de Afrikaanse media veel te veel respect voor hun
leiders. Met kritische talk shows op
tv begint dat overigens wel te veranderen in veel landen.
De Zuid-Sudanese hoofdstad Juba ligt bij de Witte Nijl © Celeny da Silva |
Sommigen van hen hebben gestudeerd in Oxford of
Parijs. Toch moet je concluderen dat ze geen Westerse waarden mee terug hebben
genomen. Wat zoeken ze dan in het Westen?
Een opleiding als student
en geld als machthebber.
Zowel in Noord als Zuid worden kinderen en
jongeren als kanonnenvlees gebruikt. Wat zegt dat over de omgang met kinderen
en de opvoedingsmethodes die in dit soort maatschappijen gelden?
Het zegt iets over hoe de
samenleving is gemilitariseerd. Zeker, vechten kan ook een soort geloof worden,
die krijgshaftige tradities spelen vaak een rol. Maar geen ouder wenst zijn
kind de oorlog in te sturen, de liefde voor kinderen is groot in Afrika.
In De
vloek van de Nijl refereer je ook even aan What is the What, de bestseller van Dave Eggers. Hoewel de tragiek
van de jonge vluchteling overtuigend wordt neergezet, heeft de Amerikaan de
politieke context niet juist ingeschat. Hoe zwaar til je daaraan?
Ik denk dat Eggers zijn
verhaal niet al te ingewikkeld wilde maken, uiteindelijk gaat het boek over
leed aangedaan aan kinderen. Toch had hij iets verder moeten zoeken en meer
nuance in zijn boek moeten aanbrengen. Het blijft een prachtig geschreven boek.
Noot Scriptor: Dave Eggers vertrekt van het idee dat de stroom jonge vluchtelingen op gang werd gebracht door bombardementen van het regeringsleger, aangestuurd door de machthebbers in Khartoum. Jongens zoals Valentino Achak Deng werden echter in de meeste gevallen onder dwang meegenomen door de Zuid-Sudanese rebellen. Wie niet stierf onderweg werd over de grens in Ethiopië opgeleid tot SPLA-soldaat.
Regeringstroepen pronken met buitgemaakte SPLA-wapens. © Global News |
Je kritische stem gaat ook uit naar de
internationale hulp die niet alleen gestuurd wordt door belangen van
grootmachten maar ook hufters naar crisisgebieden brengt. Daarnaast komt die
hulp in teveel gevallen niet bij de slachtoffers terecht. Is dat laatste onvermijdelijk
of moeten hulporganisaties beter werk afleveren?
Nee, het is niet
onvermijdelijk. Meer controle over de hulpverlening en meer analyse van het
conflict kan al een groot verschil uitmaken. En misschien is het tijdperk van
de blanke goeddoener in Afrika wel helemaal voorbij, laten we het hopen.
Bewuster wordende Afrikanen hebben genoeg van Westerse piëteit. Misschien gaan
Afrikanen zelf meer dit soort operaties leiden (in SSudan is dat deels al het
geval door de aanwezigheid van vele Kenianen in de hulpverlening). Uiteraard
is het niet zo dat door meer Afrikanen in te zetten de basisproblemen van
corruptie en slechte analyse automatisch worden opgelost.
Hoewel de ellende in het zuiden veel zwaarder
doorweegt, mag je ook zeggen dat liberale geesten in Noord-Sudan onderdrukt
worden. Is er een kans dat de Moslimbroeders hun macht zullen zien tanen?
Na de onafhankelijkheid
van SSudan waren alle ogen gericht op NSudan. De overheid daar heeft echter een
‘Arabische lente’ kunnen voorkomen door repressief optreden. Er bestaat voor
mij geen twijfel dat ook NSudan binnen niet al te lange tijd een grote opstand
te wachten staat, maar door de hevige repressie is deze steeds onderdrukt.
De gezichtstatoeage van deze Zuid-Sudanese vrouw vertelt bij welke stam of clan ze hoort. © Steve Evans |
Over de toekomst van Zuid-Sudan zeg je: ‘Met
een terugblik op anderhalve eeuw turbulente geschiedenis bestaat er reden tot
optimisme. Zuid-Sudanezen kunnen nu van hun eigen fouten leren.’ Denk je dat ze
dat echt gaan doen? En op welke manier dan?
Eerst moest het conflict
met het noorden uit de weg worden geruimd. Dat betekende geen garantie voor
vrede in het zuiden. Maar als Sudan één was gebleven, dan had het gebrek aan structuren
en de aangewakkerde haat tussen tribale groepen ook bestaan, en waren deze
tegenstellingen uitgebuit door het noorden. Ik hoop, en verwacht, dat de
huidige burgeroorlog slechts een tussenfase zal zijn. Waarna een nieuwe
generatie, met veel ex-ballingen, de macht kan overnemen en met meer wijsheid
en tolerantie de staat zal besturen. Een weg terug naar één groot Sudan is er
in ieder geval voorlopig niet. En de Noordsoedanezen hebben hun voormalige
Zuidsoedanese landgenoten nu eenmaal weinig te leren als het gaat om tolerantie
en transparant bestuur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten