Kim Moelands is multifunctioneel. Ze is recensente, journaliste, communicatiemanager, ex-jurylid (van de Gouden Strop), maar bovenal schrijfster, zowel van autobiografische boeken als thrillers.
Een druk leven waar, zo zou je denken, een fit lichaam voor nodig is.
Maar Kim werd geboren met de taaislijmziekte die haar bijna onderuit haalde. Infuusnaalden, zuurstofslangen, liters sondevoeding en héél veel ziekenhuisopnames waren haar deel.
Sinds haar boek Grenzeloos uit is, weten we dat ze - kantje boordje - nieuwe longen kreeg. In dit tweede leven past een toekomstplan dat 'misdaadschrijfster' heet. Het is met Weerloos uit de startblokken geschoten en nu is er Verdieping X, een thriller die het bloed naar je wangen jaagt maar iets minder naar die van de slachtoffers...
'Mannen willen de held zijn
en vrouwen willen mét de held zijn.'
In het echte leven wil ik
die wereld inderdaad het liefste vermijden, maar in mijn fictiewereld heb ik er
geen enkele moeite mee om met ziekenhuisdingen geconfronteerd te worden. In
tegendeel zelfs. Het was heerlijk om Verdieping
X te schrijven omdat ik daar zelf aan de touwtjes trok. Ik bepaalde
wat er gebeurde en hoe.
Een andere auteur
zou voor dit gegeven heel wat research moeten zijn. Ik heb de indruk dat jij
eindeloos en met veel precisie hebt kunnen putten uit je persoonlijke
leerschool. Klopt dat?
Dat klopt niet helemaal.
Ik ben geen dokter en heb geen verstand van een deel van de zaken die ik in
Verdieping X aanhaal. Daar heb ik juist veel research voor gedaan. Internet was
een grote bron van kennis, ik heb een rondleiding gehad op een laboratorium en
het manuscript laten lezen aan het hoofd van die afdeling die medische
onjuistheden heeft gecorrigeerd. Als er dingen niet kloppen is dat geheel aan
mij te wijten.
Hoe ben je tewerk
gegaan bij de opbouw? Wat lag er vooraf vast? Ontstonden er in de loop van het
verhaal nieuwe wegen of riskeer je in dat geval dat het plot uit de hand loopt?
En wat was de lastigste passage om te schrijven?
De
plot heb ik gedeeltelijk samen met mijn man verzonnen. Hij heeft een basis
verzonnen en daarmee heb ik mijn eigen ding gedaan, zoals dat zo mooi heet. De
basis was een prettig houvast. Uiteindelijk is er een
veel uitgebreider verhaal ontstaan waar tijdens het schrijven spontaan nieuwe
personages binnen kwamen wandelen en allemaal gebeurtenissen ontstonden. Als ik
schrijf loopt er een film mee in mijn hoofd. Dat laat ik altijd gebeuren zonder
remming. Als ik mezelf restricties op ga leggen dan blokkeer ik. Er is wat mij
betreft dus altijd ruimte voor nieuwe wegen of onverwachte wendingen die
ontstaan tijdens het schrijven.
Het moeilijkste was om alle technisch-medische details goed te krijgen en het verhaal aannemelijk te houden, maar als ik de eerste reacties op Verdieping X mag geloven dan ben ik daarin geslaagd.
© Robin Good |
Verdieping X
is een onophoudelijke rollercoaster van
situaties en emoties. Hoe ervaar je dat tempo als je het verhaal schrijft? En
is er zoiets als spanning voor mannen en spanning voor vrouwen?
Als
ik schrijf zit ik helemaal in het verhaal en in de hoofden van de personages.
Ik beleef alles met ze mee. Als zij verdrietig zijn, dan ben ik dat ook, als
zij blij zijn vice versa. Dat maakt het schrijven heel uitputtend. Na een paar
uur schrijven ben ik echt moe.
Ik denk wel dat je kunt spreken van spanning voor mannen en spanning voor vrouwen. Mannen zoeken in een boek in mijn ogen een andere spanning dan vrouwen. Vrouwen houden volgens mij meer van psychologische spanning en mannen houden meer van actie en niet te veel huis-tuin-en-keuken gedoe. Mannen willen de held zijn en vrouwen willen mét de held zijn.
Het is ook een
boek over vertrouwen. Niet alleen in intieme of collegiale zin maar ook in
maatschappelijke. In fictie worden situaties uitvergroot maar toch… Hoe zit het
met jouw vertrouwen in de medische wereld?
Haha,
wil je een diplomatiek of een eerlijk antwoord? Laat ik maar voor eerlijk gaan.
Ik heb weinig vertrouwen in de medische wereld door de manier waarop er met me
om is gegaan en door de fouten die zijn gemaakt. Er zijn eigenlijk maar een
paar artsen die ik volledig vertrouw en dat is onder andere mijn oude longarts
dokter Hugo uit Ademloos en Grenzeloos en mijn huidige huisarts.
Topmens.
© cast a line |
Poeh, daarvoor moet ik even graven in mijn niet al te beste geheugen. We hebben het dan over het jaar 2004 geloof ik.
Wat ik me herinner is dat toen de literaire
thriller heel populair was. Nicci French stond aan de basis en dat was ook de
periode dat ik naar de boekpresentatie van De eetclub van Saskia Noort in
Panama (een trendy club in A'dam - MV) ging, Simone van der Vlugt haar eerste thriller schreef (De reünie) en Esther
Verhoef in eerste instantie doorbrak met actiethrillers. Het was de tijd dat
iedereen praatte over Dan Brown die historie toegankelijk maakte voor het grote
publiek. Wat voor- en tegenstanders van zijn werk ook zeggen, over één ding
zijn we het allemaal eens: Dan Brown heeft met zijn boeken weer veel mensen aan
het lezen gekregen en dat is een hele mooie en knappe prestatie.
Qua
kwaliteit van de boeken, ook in die tijd had je goede, middelmatige en slechte
boeken, net als nu.
Je bent als recensent begonnen. Hoe streng ben je?
En
wat is voor jou een *****-boek?
Klopt,
ik ben als recensent begonnen. Sinds ik zelf schrijf, recenseer ik eigenlijk
nauwelijks meer en doe ik voornamelijk nog interviews. Het voelt niet prettig
voor me om een ‘mening’ te hebben over collega’s die ik vaak ook nog eens
persoonlijk ken. Wie ben ik om iets over hen te zeggen? Objectiviteit en
eerlijkheid is een soort erecode die je naar mijn mening moet hebben als
recensent en dat is lastig(er) als je de schrijvers persoonlijk kent en ze ook
nog aardig vindt. Laat ik het zo zeggen, je hebt al de schijn van belangenverstrengeling tegen je. Als je een boek positief beoordeelt, kan het
worden uitgelegd als vriendjespolitiek en als je een boek minder goed
beoordeelt dan zal dat wel zo zijn omdat je de schijn van
belangenverstrengeling wilt voorkomen en daardoor extra streng bent. Wat ik nog
wel eens doe is een quote geven over een boek, maar alleen als ik het boek echt
goed vind en er dus ook volledig achtersta.
Een
vijf sterren boek is voor mij een boek dat me helemaal meesleept, me op het
verkeerde been zet, me diep raakt of dingen bij me los maakt. Zo’n boek dat je
met een zucht dichtslaat als het uit is en dat nog dagen blijft spoken in je
hoofd en dat je je jaren later nog herinnert. Dat hoeft niet per se een
thriller te zijn overigens. Eén van de boeken die ik geweldig vond was
bijvoorbeeld Witte Oleander van Janet Fitch en dat is geen thriller. Het nieuwe
boek van Esther Verhoef dat binnenkort verschijnt, Tegenlicht (roman), deed me
qua sfeer en het gevoel dat het bij me losmaakte erg aan dat boek denken. Een
echte aanrader wat mij betreft!
Heb jij als lezer ook te maken met het fenomeen 'leesdip'? En hoe geraak je
eruit?
Ik
zou het niet direct leesdip willen noemen want van boeken heb en krijg ik nooit
genoeg. Wat ik wel heb is dat ik in periodes dat ik zelf onrustig ben, heel
chaotisch lees. Soms ben ik dan wel in vijf boeken tegelijk bezig in tempo slak
en het lukt me dan niet om goed in een verhaal te komen, laat staan in vijf
tegelijkJ. In de periodes dat ik weinig aan mijn hoofd heb, lees ik
meestal een boek in twee dagen en kan ik er helemaal in opgaan. Ik behoor tot
de auteurs die ook als ze zelf schrijven gewoon doorlezen. Ik kan niet zonder
boeken, geen dag.
Balou, de zwerfhond uit Bosnië, en troost in bange dagen |
Ik
tijdgebrek? Had de dag maar achtenveertig uur…
Mijn Nog Te Lezen stapel groeit
nog met de dag. Er zijn zoveel boeken die ik wil lezen, maar inderdaad, de
tijd… Overdag schrijf ik mijn eigen boeken en in de avonduren verlekker ik me
aan het werk van collega’s. De boeken waar mijn hart sneller van gaat kloppen,
maar waar ik op dat moment niet aan toe kom door andere verplichtingen,
verzamel ik in een koffer die meegaat op vakantie en dan probeer ik altijd een
inhaalslag te maken. Meestal lukt dat aardig.
Sinds Ademloos mag je je auteur noemen. Ook in je tweede
autobiografische boek Grenzeloos schrijf je over hoe je leven in zwaar weer
terecht is gekomen. En toch krijg je als lezer ontzettend veel energie van
beide boeken.
Waar
haal jij zoveel positivisme vandaan?
Ik
denk dat dat positivisme ook een genetische afwijking is haha. Ik weet niet,
het zit gewoon in me. Ik ben een blij mens die altijd eerst kijkt naar de
voordelen. Om Johan maar eens te citeren: Elk nadeel heb zijn voordeel. Ik houd
niet van de slachtofferrol. Ik ben een aanpakker die dingen ten goede probeert
te keren. Natuurlijk heb je niet alles wat er gebeurt in je leven in de hand,
maar je kunt wel altijd zelf bepalen hoe je ermee omgaat. Ik heb geleerd dat je
kunt kiezen voor je eigen geluk en dat is wat ik elke dag nastreef. Ik heb een
hoop ellende meegemaakt in mijn leven en positiviteit en humor hebben me er
altijd doorheen gesleept.
Je lijkt me een heel geëngageerd iemand: sterk betrokken bij mensen die je in
je hart draagt en burgers in het algemeen. Grenzeloos is ook een oproep voor
meer donoren en een betere wetgeving. Krijg je gehoor?
Ja,
ik krijg absoluut gehoor. Ik krijg heel veel berichten van mensen die na het
lezen van Grenzeloos donor zijn geworden. In het boek zit ook een
donorformulier. Ik wil nog wel even een kanttekening maken, ik heb evenveel
respect voor mensen die ervoor kiezen om geen donor te zijn als voor mensen die
wel donor zijn. Ik vind dat iedereen de beschikking heeft over zijn eigen
lichaam en een keus moet kunnen maken waar hij of zij zich goed bij voelt. Waar
ik heel slecht tegen kan is het feit dat mensen vaak wel donor willen zijn, maar
door laksheid het formulier niet invullen en daardoor de keuze bij nabestaanden
leggen. Voor nabestaanden is het vaak heel moeilijk om op dat moment een keuze
voor donatie te maken. Hierdoor gaan veel organen verloren die letterlijk
levens hadden kunnen redden. Wat goed is om te weten is dat nabestaanden vaak
heel veel troost putten uit het feit dat hun geliefde dankzij het donorschap
een aantal mensen het leven kon redden. Ik vraag mensen dus niet eens om donor
te worden (liever wel natuurlijk) maar om in ieder geval die keus te maken en
het te laten registreren. Jaarlijks gaan er nog steeds zo’n 200 mensen onnodig
dood die op de wachtlijst voor een orgaan staan. Als het aan het Nederlandse
systeem had gelegen was ik er ook niet meer geweest. Duitse longen hebben
uiteindelijk mijn leven op het nippertje gered.
Sinds je nieuwe longen kreeg, kun je volop van je dagen genieten. Hoe is het om
met een stukje van een ander mens in jezelf te leven?
Voor
mijn transplantatie dacht ik dat het heel raar zou voelen om met een stukje van
een ander te leven. Nu kan ik zeggen dat dat niet zo is. De longen die ik heb
gekregen voelen echt als ‘mijn’ longen, maar dan zonder de benauwdheid en de
pijn die ik altijd heb gehad bij ademhalen. Ik ben mijn donor en haar nabestaanden
eeuwig dankbaar dat ze mij het cadeau van het leven hebben gegeven want zo
voelt dat echt. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet besef hoe bijzonder het is
dat ik nog leef en ik geniet dan ook met volle (adem)teugen. Ik zeg altijd in
gedachten tegen mijn donor: Mijn hart klopt tussen jouw longen, het klopt voor
mij maar ook voor jou.
Op dit moment schrijf je fictie. Was de overstap naar
het creëren uit het niets zwaar? En welk soort thrillerauteur wil je worden?
Klopt, in 2010 verscheen mijn eerste thriller Weerloos en sinds kort is er de
nieuwe thriller Verdieping X. Het schrijven van fictie
is ingewikkelder, maar ook veel leuker dan autobiografisch schrijven. Ik vind
schrijven over mezelf helemaal niet leuk namelijk. Ik heb Ademloos en
Grenzeloos met een duidelijk doel geschreven maar als het aan mij ligt schrijf
ik nooit meer over mezelf. Fictieschrijven voelt als het maken van een
legpuzzel. Je moet inderdaad uit niets iets creëren en dat is best lastig maar
ook heel uitdagend. Bij autobiografisch schrijven staat de plot al vast, je
moet het verhaal alleen leesbaar opschrijven. Bij fictie begint de plot bij 0.
Op basis van een idee moet je een hele leefwereld creëren met geloofwaardige
personages en scènes. Alles moet kloppen en je mag niets vergeten. Dat vergt
heel veel concentratie. Aan het begin van mijn schrijfcarrière schreef ik heel
veel met muziek, maar ik merk dat ik nu steeds meer behoefte heb aan rust om me
heen zodat ik me helemaal kan focussen op de ‘film’ in mijn hoofd. Het leuke
van fictie is dat alles mag en alles kan en dat geeft heel veel vrijheid en
stimuleert mijn creativiteit.
En welk soort thrillerauteur ik wil worden? Eén die tot de top
behoort natuurlijkJ. Het is mijn droom om ooit de
verkoopcijfers te behalen van Saskia Noort, Esther Verhoef, Simone van der
Vlugt en Suzanne Vermeer. Of dat gaat lukken moet de toekomst uitwijzen.
Vooralsnog ben ik heel erg blij dat ik in ieder geval weer een toekomst heb
dankzij mijn donor!
In je eerste thriller Weerloos voer je een jonge vrouw op die
niet los kan komen van een foute man. Vind je dat hedendaagse meiden, die vaak
een stoer en zelfverzekerd imago hebben, zichzelf toch te vaak
verliezen en tekort doen in een relatie?
De maatschappij is momenteel in mijn ogen heel vluchtig en dat uit
zich ook in de manier waarop mensen met elkaar omgaan in vriendschappen en
relaties. Mensen commiteren zich lastiger en dat heeft ook invloed op de manier
waarop men relaties aangaat of in stand houdt. Bottom line is dat we uiteindelijk
allemaal op zoek zijn naar liefde en waardering. Zo ook Naomi, de naïeve
hoofdpersoon uit Weerloos. Zij wil zo graag een relatie met de knappe Stefaan
dat ze zichzelf helemaal verliest en dingen accepteert waar ze helemaal niet
achterstaat. Ik denk dat dat voor jonge meisjes vaak hetzelfde geldt. Ze vallen
heel erg op uiterlijk en stoere praatjes en belanden daardoor in ‘relaties’ die
niet goed voor ze zijn. Die oppervlakkige blik en die hunkering naar aandacht
is een voedingsbodem voor pooierboys. Oudere vrouwen kijken in mijn ogen wel
wat verder dan hun neus lang is, maar hebben soms ook moeite om de ideale man
te vinden. We willen graag een verbinding aangaan met iemand, maar
tegelijkertijd ook niks van onszelf opgeven. Dat wrikt.
Hoe is het om eerst in volle vrijheid te schrijven en om dan
aan het bureau van een redacteur te moeten gaan zitten... en de zaak toch een
beetje uit handen te moeten geven?
Dat is doodeng! Elk boek voelt als een kind. Het is dan ook
heel belangrijk voor mij dat er een stevige basis van vertrouwen is. Alleen dan
kan ik mijn kind met een gerust hart uit handen geven. Als ik weer een boek heb
ingeleverd bij mijn uitgeverij dan heb ik dagen last van het lege nestsyndroom
en ben ik heel onrustig en een beetje emotioneel. Ook zenuwen spelen me parten,
het is toch altijd weer spannend wat mijn uitgever en redacteur ervan vinden. Ik
gun mezelf een paar jammerdagen en dan stroop ik mijn mouwen weer op en ga ik
aan het werk. Schrijven is iets dat ik gewoon moet doen en ik kan niet te lang
zonder.
Lees hier de recensie van 'Verdieping X'
De site van Kim Moelands
Lees hier de recensie van 'Verdieping X'
De site van Kim Moelands
Ik hoop dat het boek verfilmd gaat worden, dat zou echt geweldig zijn. Dat slaat -net als het boek- in als een bom!!
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je reactie, Dick!
VerwijderenKim Moelands is inderdaad een bijzonder iemand!