Auteursfoto © Dieter Tielemans |
Opiniestukken, theaterwerk, romans… de pen van
Fikry El Azzouzi vindt makkelijk haar weg in uiteenlopende literaire genres.
Experimenteren met taal en stijl ervaart de auteur als een uitdagend spel. Toch is hij allesbehalve een ivoren torenkunstenaar. Met boeken als ‘Het
schapenfeest’ en ‘Drarrie in de nacht’ doorbreekt hij het clichédenken van
menige burger over cultureel gekleurde mensen. Omgekeerd biedt hij ‘niet-witte’
jongeren waardigheid en een rolmodel aan. Wat hem betreft moet literatuur met
beide voeten in de samenleving staan!
'Ik denk dat een goede columnist/auteur
voor een correctere kijk op de samenleving moet zorgen.'
Je boek leert je dat je drarrie best niet naar hun schoolresultaten vraagt. Welk soort communicatie zouden ze op prijsstellen?
Drarrie hebben eigenlijk weinig zelfvertrouwen en zijn op zoek naar steun. Het is daarom dat ze graag in groep zijn en ze zich graag in groep laten gelden. Ze houden van communicatie die ze goed kennen en waar ze goed in zijn. Dat kan heel breed zijn. Bijvoorbeeld voetbal of andere sporten. Ook film werkt meestal…
Jean-Pierre, de valse suikeroom van Fouad, noemt zichzelf kunstenaar maar is eigenlijk een criminele kwakzalver. Zit er, naast het misbruiken van kwetsbare mensen, ook een dieper idee achter dit beeld? Vind je kunstenaars soms niet oprecht?
Kunstenaars zijn ook gewoon mensen. Ik vind dat je de echte kunstenaar van de wannabe-kunstenaar moet onderscheiden. Velen pronken met kunst of met hun zogezegde kunstwerken, maar dat is vaak een vorm van snobisme.
In dit boek
zitten enkele theatrale acts. Die nemen, wanneer dat nodig is, even de
beklemming uit de lucht. Neem je graag technieken van het ene genre (b.v. je
theaterwerk) mee naar het andere (b.v. je columns of romans)? En, zo ja, wat
levert dat aan extra’s op?
Mijn debuutroman ‘Het Schapenfeest’ was vrij theatraal en ik viel daarmee op bij de theaterhuizen. Zij vroegen mij om een toneelstuk te schrijven en daarin kon ik mij helemaal laten gaan. Zo is mijn theatercarrière begonnen en geniet ik elke keer weer van een nieuw toneelstuk. Theater helpt mij bovendien om een betere schrijver te worden omdat ik op die manier nog meer kan experimenteren met taal.
Junkie Mohammed heeft zijn naam afgekort tot Mo. Ik heb de indruk dat sommige Marokkanen dat doen om een groter ‘mister sympatico-gehalte’ te krijgen. Ze laten een stuk van hun eigenheid vallen om ‘witte’ mensen te pleasen. Hoe is jouw kijk hierop?
De naam Mo kies je eigenlijk nooit zelf, de witte mens geeft die zodat hij een sympathieker beeld krijgt van Mohammed. De Mo wil er ook graag bij horen, dus maakt hij zich niet druk om de naamsverandering. De eigenheid is het offer dat hij er meestal voor over heeft.
Grote moskee van Brussel © Stéphane Mignon |
Karim zoekt
zijn houvast in de islam. Jij pleit voor een grotere plaats van de religie in
de literatuur. Waarom is dat?
Literatuur moet altijd een afspiegeling zijn van de samenleving. En in de samenleving is er nu eenmaal religie. Er is ook een extra religie bijgekomen, namelijk de islam, dat kun je nu eenmaal niet ontkennen. Het is niet zo dat ik voor of tegen religie ben, het is de literatuur die telt. Stel dat er over pakweg honderd jaar iemand iets leest over deze tijd en zich afvraagt: ‘Waar waren de moslims in België en waarom deden de schrijvers alsof ze niet bestonden?’
Drarrie in de nacht gaat in tegen vooroordelen en clichématig
denken. Je creëert, bijvoorbeeld, een ‘witte’ drarrie die perfect bij het
groepje past. Heb je het gevoel dat een
columnist/auteur iets wezenlijks kan bijdragen aan een correctere kijk op de
samenleving en, bijgevolg, aan betere verhoudingen tussen burgers?
Ik denk dat een goede columnist/auteur voor een correctere kijk op de samenleving moet zorgen. Meer nog, hij moet de lezer laten nadenken en doen twijfelen. Als dat lukt is de schrijver in zijn doel geslaagd.
Grootstadjongeren © Gazet van & voor Hove |
Als schrijver probeer ik altijd de dingen die ik zie, lees en zelf meemaak te observeren. Soms is er een spanningsveld, soms moet ik erover waken dat ik toch een zekere afstand kan creëren zodat het niet autobiografisch wordt. Dus ik ben zeker bezig met het rijmen van beide.
Blijkbaar hou je ook
een pleidooi om de term ‘berber’, die lijdt onder de connotatie
‘barbaars/onbeschaafd’ (barbaros
noemden de oude Grieken het volk dat ze niet konden begrijpen), te vervangen
door Amazighen. Zou je ook de zaak niet kunnen omkeren en de breed verspreide
benaming ‘berber’ van een nieuwe, positieve lading kunnen voorzien?
Op zich valt het woord Berber wel mee
en kan het wel van een positieve lading voorzien worden. Maar in het Amazigh of in het
Berbers (maakt eigenlijk niet zoveel uit) bestaat het woord ‘Berber’ niet. Het
is daarom dat de meesten Amazigh (wat vrije mens betekent) verkiezen. Wist je
dat buitenlanders in het Amazigh Romeinen zijn?
Binnenkort ga je voor de KVS in Brussel werken. Welke accenten denk je daar te kunnen leggen? Een drarrie-pas die recht geeft op 95% reductie:-)?
Binnenkort ga je voor de KVS in Brussel werken. Welke accenten denk je daar te kunnen leggen? Een drarrie-pas die recht geeft op 95% reductie:-)?
Volgend jaar begin ik te werken voor
de KVS, maar de bedoeling is wel dat we de stad er nog meer dan nu bij zullen
betrekken. In een stad is er heel veel kleur, maar het is vooral de witte
middenklasse die naar het theater gaat. Dus zo'n reductie voor een Drarrie-pas is
nog zo'n slecht idee niet.
Omdat je de toon van
jongeren zo goed raakt in dit boek, is het uitermate geschikt voor die groep
lezers (maar uiteraard niet alleen voor hen). Als je bedenkt dat de leescultuur
onder druk staat en jongeren de volwassen burgers van morgen zijn, dan is die
troef niet onbelangrijk. Heb je de indruk dat dit boek hen bereikt? Kom je,
bijvoorbeeld, wel eens in scholen?
Koninklijke Vlaamse Schouwburg Brussel © KVS |
De leescultuur staat sowieso onder
druk omdat er meer vluchtige manieren van ontspanning zijn (facebook, games,
films, enzovoort). Ik ga volgend jaar wel enkele scholen bezoeken en ik heb ook
de indruk dat ‘Drarrie in de nacht’ wel in de smaak valt bij jongeren. Ben al
een paar keer daarover aangesproken op straat.