24 oktober 2013

Ariejan Korteweg

 
 
Vanuit je leunstoel een land bereizen is een buitengewoon interessant alternatief voor trips die je zelf niet kunt maken. Doe je dat aan de hand van een scherp kijkende en zwierig formulerende auteur, dan mag je je best bevoorrecht noemen.
 
In Surplace neemt Volkskrantjournalist Ariejan Korteweg je mee naar een maatschappij die, in weerwil van de mondialisering en het aankloppen van ongenode gasten aan de landsgrenzen, met al haar kracht vasthoudt aan het verleden. Het is de neerslag van zes intense correspondentschapsjaren in Parijs.
 
In al zijn ernst en diepgang is dit een swingend Frankrijkboek!
 

'Meer kruisbestuiving tussen politici enerzijds
en wetenschappers en denkers anderzijds
kan in Nederland helpen afstand te nemen van de waan van de dag.'


Nederlandse banden met Frankrijk lopen meestal via vakantiebestemmingen in de Provence of de Ardêche. De interesse is zelden cultureel of politiek. Wat deed jou besluiten om er je vakdomein van te maken?

Het correspondentschap is de mooiste journalistieke plek. En correspondent in Frankrijk is voor mij het summum. Omdat je er alle genres kan beoefenen, een variëteit aan onderwerpen kan aanpakken en tegelijk zelf veel wijzer kan worden. En omdat Nederlanders inderdaad weinig weten van Frankrijk, maar er doorgaans wel graag heengaan, valt er veel uit te leggen.
 

Bij het lezen van Surplace stel je geschokt vast dat een opiniepeiling van Le Monde heeft uitgewezen dat liefst 87% van de ondervraagden verlangt naar een ‘echte’ leider. Is de ‘zonnekoning’ niet machtig genoeg in hun ogen?

De Fransen willen dat de president zijn rol met verve vervult. Hij heeft de macht, laat hem die ook gebruiken en door zijn taakopvatting ook een voorbeeldrol vervullen – dat is de redenering. Sarkozy op zijn beste momenten deed dat, Hollande is meer een Noord-Europese politicus, die altijd naar breed draagvlak zoekt.

Kasteel van Chenonceau aan de Loire: getuige van een groots verleden
 
In interne maatschappelijke conflictsituaties zijn Fransen geen consensuszoekers. Harde confrontaties zijn een terugkerend beeld. Spelen ze internationaal wel een bemiddelende rol?
 
De Fransen zijn niet van nature conflictbelust, geloof ik. Het dagelijkse leven verloopt tamelijk kalm. De conflicten, op straat en in het parlement, hebben een sterk ritueel karakter. Dat heb je niet bij internationale conflicten, die vaak eenmalig zijn. Dan ligt bemiddelen meer voor de hand. Ze hebben na de VS de grootste diplomatieke dienst. Maar ook dan gaan ze conflicten niet uit de weg, denk aan Libië of Mali.

  
Eén van de behoudsgezinde reflexen van de Fransen is het conserveren van de taal (met de hulp van strenge, gezaghebbende instituten, wetten…). Denk je dat de invloed van de nieuwe Fransen, via de straattaal, tegen te houden is? Ter vergelijking: het woord toko staat in Van Dale.

Dat hou je – gelukkig – nooit tegen. Het argot, de straattaal van een vorige generatie, heeft ook veel sporen nagelaten. Maar de officiële erkenning komt met veel meer vertraging dan in Nederland. Ik vind de Van Dale altijd vrij snel reageren op nieuwe woorden.
 

Filosofen maken deel uit van het maatschappelijk debat, komen zelfs bij de president over de vloer. Dat is opmerkelijk. Is dat een geplogenheid die geëxporteerd mag worden?

Dat hangt maar helemaal van de filosofen in kwestie af. Maar meer kruisbestuiving tussen politici enerzijds en wetenschappers en denkers anderzijds kan in Nederland helpen afstand te nemen van de waan van de dag.

Het motto van de Republiek

Hoe kijken Fransen uit de vroegere kolonies en de overzeese gebieden (Martinique, Guadeloupe…) tegen de identiteit van het land aan? Brengen zij, ondanks de assimilatiedruk, een andere manier van denken mee?

Ze brengen lichtheid mee, ritmische muziek, die de ‘gallische’ Fransen amper hebben. En een met kolonialisme en slavernij beladen verleden, dat drukt op hun huidige situatie. Zowel in sociaal als economisch opzicht staan ze op achterstand. Frankrijk heeft amper gekleurde parlementariërs, burgemeesters of grote ondernemers. Kleine troost: ex-tennisser en zanger Yannick Noah is al vele jaren de meest geliefde Fransman. De Caribische eilanden liggen in economische zin aan een staatsinfuus. Aimé Césaire, dichter en politicus, heeft wat dat betreft veel Fransen de ogen geopend.


President Hollande schafte de schoolbeurzen voor kansarme leerlingen af. Je zou verwachten dat een rechtse partij zo’n maatregel neemt. Moeten we, om dat te begrijpen, de tweede peiler van het devies Liberté, égalité, fraternité erbij halen?  

Zo is het. Al is in dit geval de gelijkheid gebruikt als alibi voor pure bezuinigingsdrift.
 

Wanneer gaan de Fransen inzien dat ze geen wereldmacht meer zijn? Daar lijken ze erg blind voor te zijn.

Zodra ze dat inzien, zijn ze geen Fransen meer. Dat geloof in het eigen belang is bepalend voor het zelfbeeld.
 
Protest tegen proefboringen naar olie en gas in Zuid-Franrijk

Wat klopt er van het gerucht dat Qatar (nu al eigenaar van voetbalclub PSG) zou willen investeren in de licht ontvlambare banlieues? En is dat een reden om ongerust te worden?
 
Alles wat Qatar doet moet je met een zekere argwaan bekijken. Het blijft een mini-dictatuur met grote ongelijkheid. Ze willen zoeken naar talenten in Seine-Saint-Denis, de noordelijke banlieues van Parijs. Omdat daar veel moslims wonen, en omdat ze ambitieuze mensen nodig hebben voor hun eigen projecten.

 
Je hebt het terecht over de sobere Franse boekcovers, omslagen die niet om aandacht schreeuwen. Vind je dat wij daar een voorbeeld aan moeten nemen? En ben je tevreden met het voorplat van Surplace?

Afgelopen weekeinde was ik voor het eerst sinds m’n vertrek weer in een Parijse boekwinkel. En ik vond het een verademing, de rust van die neutrale omslagen. Had Surplace daartussen gelegen, dan zou het er heftig uitknallen. Maar op de Nederlandse en Belgische markt moet je nadrukkelijker van je laten horen. Ik vind de omslag zeer geslaagd. Hij geeft z’n geheimen niet meteen prijs, maar versterkt wel het onderwerp. En wat vind jij?
(De Scriptor vindt hem sober en kleurrijk tegelijk. Hij mag er best zijn!)

Bij het Franse straatbeeld hoort een boulangerie © Julia Jackson

De warme bakker en de plaats die het eten algemeen inneemt wordt eer aangedaan in dit boek. Maar wat is een tradition?

Je hebt de baguette en de tradition. Allebei langwerpige broden, niet bedoeld om lang te bewaren. De baguette is het gewone stokbrood, de tradition is donkerder, van beter meel, iets korter en ook wat duurder – en lekkerder.

Lees hier de recensie van Surplace

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten