22 oktober 2012

Kor de Vries


Kor de Vries

Als je een boek uitkiest, dan kijk je naar de auteur, de titel, het achterplat en misschien de cover... maar hoogst zelden naar de naam van de vertaler die in kleine lettertjes gedrukt staat, ergens binnenin.
Toch zorgt deze man of vrouw er in grote mate voor dat het boek lekker wegleest, ontroert, thrillert of een tongue-in-cheek-ervaring uitlokt.
Daarnaast lezen vertalers ook boeken om ze te beoordelen op geschiktheid voor de Nederlandstalige boekenmarkt.

De hoogste tijd, dus, om het vakmanschap en beroepsplezier van de vertaler in beeld te brengen!

Kor de Vries vertaalt uit het Deens naar het Nederlands. Zijn werk is te vinden bij grote uitgeverijen als Prometheus, Contact, De Arbeiderspers, Nieuw A'dam, De Geus, De Boekerij... Lezers van Jussi Adler-Olsen, Helle Helle, Leif Davidsen, Carsten Jensen... hebben een groot stuk van hun leespret aan hem te danken!


De 'Serie Q' van Jussi Adler-Olsen
© Kor de Vries
 
1. Lezers kennen zelden de naam van de persoon die ervoor zorgt dat ze hun favoriete boeken in de eigen taal kunnen lezen. Vind je dat ook onterecht? En hoe zou je vertalers meer aandacht kunnen geven?

Ach, ik weet niet of het woord ‘onterecht’ hier op zijn plaats is. Dat lezers de naam van een vertaler van een boek vaak niet kennen, neem ik niemand kwalijk. Ik zou het kwalijker vinden als ze zich de naam van de schrijver niet kunnen herinneren. Zelf kijk ik wel altijd naar de naam van de vertaler, dat geef ik direct toe, maar dat komt omdat dit me interesseert en met mijn eigen vak te maken heeft.

De vertaler wordt altijd vermeld in het boek, als het goed is zelfs twee keer, want dat staat in een Nederlands standaardcontract. Bij recensies in kranten en tijdschriften wordt in de regel ook de naam van de vertaler vermeld. Dus degene die wil, kan zien wie de vertaling heeft gemaakt. Misschien is het te vergelijken met klassieke muziek waarvan je weet wie de componist is, maar niet de uitvoerende(n).

Wat mij de laatste paar jaar wél is opgevallen, is dat er uitgeverijen zijn die in hun brochures en/of op hun websites niet meer de naam van de vertaler vermelden. Dat vind ik jammer.


2. Jij vertaalt uit het Deens. Televisie-of dvd-kijkers kennen de Deense klanken, bijvoorbeeld, uit kwaliteitsreeksen als Borgen en The killing. Ik vind het een taal die niet mooi klinkt. Waarom voel jij je aangetrokken tot het Deens?
 
Ha! Jij vindt het een taal die niet mooi klinkt. Weet je hoe vaak ik heb gehoord van mensen uit andere landen die vonden dat het Nederlands zo lelijk klinkt? Ik had op de middelbare school een leraar Frans, die Frans sprak als een native speaker en die was getrouwd met een Française en nogal verfranst was, en hij kon er slecht tegen als hij hoorde dat mensen Frans zo mooi vonden klinken, en ‘romantisch’. Hij zei dan: “Ze zouden eens moeten weten hoe vreselijk Frans óók klinkt, als mensen ruziën, elkaar uitschelden en voor rotte vis uitmaken.” En hoeveel mensen hebben niet een afkeer van het Duits, dat ‘niet om aan te horen’ is, terwijl anderen (waaronder ik) het een prachtige taal vinden?

Aan de andere kant is het een feit dat het Deens weinig ‘gearticuleerd’ is, met andere woorden een taal die niet duidelijk wordt uitgesproken, als je het vergelijkt met bijvoorbeeld Zweeds of Italiaans, waardoor het een nogal mompelend karakter heeft. Daarnaast kent het Deens niet veel zinsmelodie en klinkt het vrij vlak, iets dat het Deens trouwens gemeen heeft met het Nederlands(!).

Rådhuspladsen, Kopenhagen
© Stefan Martens

3. Waar liggen voor een vertaler Deens-Nederlands de struikelblokken?

Pfieuw, daar vraag je me wat. In eerste instantie vroeg ik me af of er wel specifieke struikelblokken voor het Deens bestaan die niet vergelijkbaar zijn met problemen bij het vertalen uit een andere taal. Toch schoten me opeens een paar dingen te binnen waar je bij het Deens goed op moet letten. 
 
Ten eerste: het verschil in het gebruik van de verleden tijd. In het Deens wordt soms een onvoltooid verleden tijd gebruikt waar in het Nederlands een voltooid tegenwoordige tijd normaal is, en andersom. Ook wordt de voltooid tegenwoordige tijd in het Deens gebruikt om een bestaande situatie aan te duiden die wij met een tegenwoordige tijd weergeven.
(Een voorbeeld: Wij vragen iemand 'hoe lang woon je hier al?', terwijl een Deen vraagt 'hoe lang heb jij hier al gewoond?')

Ten tweede: krachttermen en vloeken. In het Deens wordt veel vaker gevloekt dan in het Nederlands, ook in uitspraken en in situaties waarin wij dat niet doen. Als je dat één op één zou overnemen werkt dat helemaal verkeerd, en ook veel te‘zwaar’. Dat moet je aanpassen.
 
Ten derde: de constructie met twee werkwoorden verbonden door ‘en’. ‘Han står og kigger’ (letterlijk: hij staat en kijkt) of ‘hun ligger og sover’ (letterlijk: ze ligt en slaapt). Dit is in het Deens heel gebruikelijk, maar zoals je ziet is dat in het Nederlands raar. In het eerste voorbeeld kun je kiezen voor ‘hij staat te kijken’, maar ook dat kan afhankelijk van de context nog vreemd in de oren klinken en soms kun je dan beter kiezen voor het eenvoudige ‘hij kijkt’.
 
Ten vierde: het gebruik van ‘en’ aan het begin van de zin. In het Deens is dat eerder regel dan uitzondering, in het Nederlands niet. Daar moet je dan een oplossing voor bedenken.

4. Hoe zou je het aanbod van de Deense literatuur omschrijven?
 
Een lastige vraag. De detective- en thrillergolf uit Scandinavië lijkt voorlopig nog niet op te houden, dus ook uit Denemarken komen nog steeds veel, geslaagde en minder geslaagde, van dit soort verhalen. Daarnaast is er een waaier aan schrijvers en titels van allerlei soort, die ik moeilijk in een paar zinnen kan samenvatten.
 
Nykøbing Sjælland, natuurreservaat
© Stefan Martens
5. Jussi Adler-Olsen is een héél populaire auteur, ook in de Lage Landen. Hoe was het om hem te vertalen? En vind je het fijn om je met een reeks rond terugkerende personages bezig te houden? 

In een woord: geweldig! Je voelt het plezier dat hij zelf heeft gehad bij het schrijven. Hij heeft een goede mix van spanning, maatschappelijke betrokkenheid en humor, en de combinatie van de wat dwarse Carl Mørck en zijn mysterieuze Syrische helper Assad is echt een vondst! Ik merk het ook bij de lezers van serie Q die bijna niet kunnen wachten tot het nieuwe deel verschijnt, omdat ze méér willen weten over deze personages.

 
6. Wat vertaal je liever: misdaad of andere fictie? En is er tussen de vertaalde boeken één dat je op een bijzondere manier bijblijft?
 
Het liefst een combinatie van beide. De laatste jaren heb ik alle vier delen van Jussi Adler-Olsens serie Q vertaald, plus een oudere thriller van hem die nog niet in het Nederlands was verschenen, en dan is het heerlijk om tussendoor met het minimalistische proza van een schrijfster als Helle Helle bezig te zijn, een auteur die met weinig woorden een groot effect weet te bereiken.

Een heel bijzonder boek vond ik de roman Wij, de verdronkenen van Carsten Jensen: een prachtig epos over de opkomst en ondergang van het Deense Marstal als zeevaartstad. Het verhaal strekt zich uit van 1848 tot 1945, van de uitbraak van de eerste Deens-Duitse oorlog tot het einde van de Tweede Wereldoorlog, en het brengt de lezer de hele wereld over, terwijl het eveneens een inkijk geeft in het leven in Marstal, dat onlosmakelijk is verbonden met de handelsschepen en met de zeelieden die vaak weg zijn en soms niet terugkeren, maar toch alom aanwezig zijn.
 
7. Wanneer kijk je blij terug op een vertaling?

Dat kan op verschillende momenten zijn. Bijvoorbeeld wanneer de redacteur van de uitgeverij een terugkoppeling van de corrector doorstuurt dat hij of zij zo heeft genoten van de vertaling. Maar ook wanneer ik het ‘echte’ boek in huis krijg, als de vertaling een concrete vorm heeft gekregen, of als het in de winkel ligt.

Het allermooist vind ik het wanneer een mooi boek goed wordt ontvangen en goed loopt, want dat betekent dat je de lezers er een groot plezier mee hebt gedaan.


8. Wat klopt er van het idee dat er veel verloren gaat bij een vertaling, hoe goed die ook wordt gedaan?

Oei, het is lastig om daar in een paar woorden iets over te zeggen. Er verandert zeker iets wanneer je een tekst vertaalt. Dat geldt ook voor goede vertalingen. Je hebt te maken met taal die wordt gebruikt om een bepaalde bedoeling over te brengen en dat meestal doet vanuit een andere culturele context, met andere associaties. Als vertaler probeer ik als kenner van de taal en de cultuur die bedoeling zo goed mogelijk over te brengen. Dat er iets ‘verloren’ gaat, heeft mijns inziens evenzeer te maken met de (ontbrekende) kennis van de lezer over juist die context. Dus ja, er gaat wel iets verloren, maar voor een lezer van een vertaling is er ook altijd sprake van een verrijking.

Bij deze gelegenheid wil ik meteen de mythe doorprikken dat je een werk eigenlijk in de oorspronkelijke taal zou móeten lezen, omdat dit per definitie beter zou zijn. Als ik voor mezelf moet spreken denk ik dat ik bijvoorbeeld veel meer heb kunnen genieten van Michel Houellebeqs De kaart en het gebied of Mark Haddons Het wonderlijke voorval met de hond in de nacht in vertaling dan wanneer ik deze werken in het Frans respectievelijk Engels zou hebben gelezen. Er zijn natuurlijk allerlei redenen te bedenken waarom je een boek in de originele taal kunt lezen, bijvoorbeeld om de kennis van die taal bij te spijkeren of op peil te houden, of omdat je van de taal houdt, maar om het te doen omdat er bij een vertaling iets belangrijks verloren zou gaan, vind ik pretentieus.

Nykøbing Sjælland, haven en vakantiewoningen
© Stefan Martens

9. Een schrijver heeft een redacteur die het beste uit hem probeert te halen. Is er ook iemand bij wie de vertaler terecht kan als hij vragen of twijfels heeft?

Dit zijn voor mij twee verschillende dingen. Wie het beste in mij probeert naar boven te halen tijdens het vertalen weet ik niet. Ik denk dat ik dat zelf ben, hoe raar dat misschien ook klinkt. Als je jezelf serieus neemt als vertaler, dan ben je niet zo maar tevreden met het resultaat. Het is, net als bij schrijven, schaven en schuren aan een tekst totdat je denkt: ja, zo is het goed, zo klopt het. Hoewel ik daar meteen aan toevoeg: ja, zo is het goed, en tóch... Een lichte twijfel blijft, omdat het altijd anders kan. Lezers realiseren zich wellicht niet dat een vertaalde roman of thriller het eindproduct is van een onnoemelijke reeks beslissingsmomenten, keuzes, heroverwegingen en van het bekijken en uitproberen van alternatieven.

Bij vragen of twijfels over de interpretatie overleg ik regelmatig met de auteur zelf, voornamelijk via e-mail. Mijn ervaring is dat zij dat als prettig ervaren en het daarbij interessant vinden: er komen dingen aan de orde die zij zich niet hebben gerealiseerd tijdens het schrijven, of ze komen erachter dat bepaalde formuleringen soms niet goed doordacht zijn, juist door de vragen die ik stel: Ook komt het voor dat ik als vertaler op fouten stuit in het origineel. Feiten die onjuist zijn, een chronologie die niet klopt, grammaticale missers, een woord of een zinsdeel dat ontbreekt, spelfouten en ga zo maar door. Daarvan breng ik de auteur op de hoogte, zodat het bij een eventuele volgende druk kan worden gecorrigeerd.

Verder overleg ik met andere vertalers. Met collega’s uit Nederland, maar ook met buitenlandse. Dat is bijvoorbeeld handig als je aan hetzelfde boek werkt, of als je kunt overleggen met iemand die het werk waarmee je bezig bent al in zijn of haar taal heeft vertaald.

Vóór mijn vertaling naar de uitgever gaat, laat ik die eerst nog lezen door een of twee personen, meestal een collega-vertaler. Bij de uitgeverij kijkt er vervolgens een redacteur naar, en als de tekst ‘gezet’ is door een zetter is er doorgaans nog een correctieronde door een (externe) corrector, en uiteindelijk mag ik zelf de eerste drukproef nog een keer doornemen om de laatste dingen te wijzigen.

 
10. Hoe moeilijk is het om voldoende (interessant) vertaalwerk te vinden?

Tot dusver is dat (nog) geen probleem geweest, maar toch merk ik ook dat er in de uitgeversbranche iets is veranderd. Men is voorzichtiger geworden, lijkt het wel. Er is meer voor nodig om een redacteur te overtuigen van het belang en/of de kwaliteit van een werk. Daarbij kunnen verkoopcijfers in Denemarken en verkoop van het werk aan andere landen helpen, maar dat is, naast mijn aanbeveling of enthousiasme, niet altijd voldoende om de uitgever over de streep te trekken. Nu hebben zij natuurlijk rekening te houden met factoren die ik niet ken of niet kan overzien, en uiteindelijk nemen zij de beslissing of iets wel of niet wordt uitgegeven.

De website van Kor de Vries

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten