13 april 2012

Judith Visser


Worden ondeugende, spijbelende meiden schrijfsters van spannende boeken ? Groeien receptionistes die, in de plaats van de telefoon op te nemen, stiekem een manuscript schrijven, uit tot fulltime auteurs ? Als ze talent hebben en Judith Visser heten wel.
In 2006 debuteerde de Rotterdamse succesvol met de roman Tegengif. Later ging ze thrillers schrijven en genoot meer en meer landelijke bekendheid. Time-out is haar zesde boek. 
Twee dingen tegelijk doen, zoals naar Elvis luisteren én creatief zijn, kan ze niet. Zullen we het dan maar even alleen bij dit interview houden ?

'Een zieke geest is voor een schrijver 
het leukste om te beschrijven. Dan kun je helemaal los.'


1. Een rondje langs uitspraken van Nederlandse misdaadschrijfsters leert me dat het om invoelende en misschien wel hoog-sensitieve vrouwen gaat.
Herken jij dat ?

Wat grappig! Ja, dat herken ik absoluut. Ik ben erg gevoelig, 
bijv. voor licht en geluid, maar ook in grote mate voor emoties 
van anderen. Het verbaast me eigenlijk niet dat mijn collega-schrijfsters dat ook zijn, op die manier kun je je namelijk het beste inleven in je personages en hun beweegredenen.

2. De Kim-trilogie begint als roman maar wordt nadien een spannend verhaal. Hoe heb je die overgang vorm gegeven in je hoofd ?

Het zijn best wel drie totaal verschillende boeken. Samen vormen ze wel een reeks, maar ze staan verder gewoon op zichzelf. Toen ik Tegengif (mijn debuut) schreef was het nog helemaal nooit in me opgekomen om een thriller te schrijven, ik wilde romans schrijven. Bij Tinseltown (mijn tweede boek) had ik dat nog steeds, maar ik merkte toen al aan de reacties van mijn lezers dat het boek trekjes van een thriller vertoonde. Daarna ben ik eigenlijk overgestapt op het spannende genre en dat beviel zo goed dat ik er op een positieve manier in ben blijven hangen. Vandaar dat Time-out een volbloedthriller is!
  
3. Voor 'Tegengif' ben je undercover gaan solliciteren bij een bordeel. Was dat eng ? En leek je overtuigend ?

Het enige wat ik eng vond was het feit dat het bordeel in best wel een drukke straat zat (de Bergweg in Rotterdam), en dat ik bang was dat mensen me daar naar binnen zagen gaan. Daar voelde ik me wel opgelaten over. Maar eenmaal binnen vond ik het vooral heel fascinerend, het is niet een wereld die je normaal gesproken te zien krijgt. Ik heb mijn rol denk ik inderdaad wel overtuigend gespeeld, haha, ik kreeg alles heel erg uitgebreid uitgelegd!

4. Time-out is een volbloed thriller. Ik heb de indruk dat je bij het schrijven zelf zat te genieten van de zieke geest van Martine. Klopt dat ?

Een zieke geest is voor een schrijver het leukste om te beschrijven. Dan kun je helemaal los, dan zijn er geen grenzen. Soms dacht ik wel: nu gaat ze wel heel ver, maar meteen daarna wist ik dat het nodig was voor het verhaal. Ze is compleet gestoord en geobsedeerd en dat moest ik laten zien.
5. In dit boek heb je gekozen voor een dubbel vertelperspectief. Waarom heb je dat gedaan ? En wanneer werkt het niet ?

Ik heb het gedaan om de lezer kans te geven in het hoofd van de dader te kruipen, om een beeld te krijgen van haar zieke geest. Als ik dat alleen vanaf de buitenkant zou hebben beschreven had het veel minder echt overgekomen.
Wanneer deze methode niet werkt zou ik niet weten, het was de eerste keer dat ik op deze manier te werk ging. Maar het beviel goed, in mijn volgende boek ben ik het weer aan het doen!

6. Binnenkort geef je in het kader van een Crimezone-wedstrijd voor debutanten een thrillerworkshop. Eén van de interessante vragen die op tafel liggen is : 'Hoe voorkom je een writersblock ?' Kun je al een tipje van de sluier oplichten ?

Praat er over. Het klinkt heel simpel, maar werkt echt. Ga met iemand zitten die je vertrouwt en die met je mee kan denken en praat over je verhaal. Op die manier gaat het vanzelf weer ‘stromen’ in je hoofd en komen de ideeën terug. Zo werkt het 
bij mij in ieder geval!

7. Daarnaast ga je de Rotterdamse jeugd leren thriller-schrijven. Is daar zo jong al belangstelling voor ? En wat lezen die jongeren ? 

Ik heb geen idee wat ze lezen, de workshop is voor jeugd van 
12-17 jaar. Volgens mij is Mel Wallis de Vries (terecht) heel populair in die groep. En ik hoop dat ik het ook wordt, want vanaf volgend jaar zal ik ook jeugdthrillers gaan schrijven! Dit jaar komen Stuk en Trip al in speciale jeugdedities, en volgend jaar verschijnen er twee gloednieuwe jeugdthrillers van mijn hand!

De belangstelling voor het schrijven begint denk ik al jong, kinderen zitten vol met fantasie en als zij leren hoe ze de verhalen in hun hoofd op een mooie manier op papier kunnen krijgen dan ontstaan er prachtige dingen!   

8. Het Nederlandse thrillerlandschap wordt steeds breder. 
Is er nog plaats op de markt voor nieuw talent ? 

Er is genoeg plek voor iedereen! Zolang iedereen zichzelf onderscheidt en ze niet allemaal hetzelfde soort boek gaan schrijven zullen er altijd genoeg lezers zijn. 

9. Je bent een enorme Elvis-fan. Klopt het dat je op huwelijksreis naar Graceland bent geweest ? Wat maakt hem nu net zo bijzonder ?

Ik vind rust in zijn stem, dat is altijd al zo geweest. Zo’n mooie, pure, warme klank. Ik luister vooral naar muziek van de jonge Elvis, dus uit de jaren ’50, en niet naar die van de jaren ’60 en ’70. Maar de reis naar Graceland is trouwens uitgesteld, haha, we kochten in die periode net een huis (in Rockanje, waar ik nu woon) dus dat ging even niet door!

10. Heb je in je drukke bestaan nog tijd om zelf te lezen ? En voor wie ga je zitten ?
Ik combineer het eten met lezen. Mijn ontbijt en lunch zijn echt grote leesmomenten, ik ga er dan echt voor zitten en lees (en eet) ongeveer een uur. Dus ik lees zo’n twee uur per dag en dat zijn een paar boeken per week. Ik lees voornamelijk Engelstalige boeken, en mijn favoriete hedendaagse auteurs zijn Jeffrey Archer, Barbara Erskine, Sarah Waters, R.J. Ellory en Natsuo Kirino, van hen heb ik alle boeken gelezen en ik kan ze iedereen aanraden.
Andere boeken die indruk op mij hebben gemaakt zijn mijn favoriete klassiekers : To Kill a Mockingbird (Harper Lee), Sophie’s Choice (William Styron), The Best of Everything (Rona Jaffe) en Marjorie Morningstar (Herman Wouk).
Ook de boeken The Crimson Petal and the White van Michel Faber, Prep van Curtis Sittenfeld, 11.12.63 van Stephen King en Before I Go To Sleep van S.J. Watson zijn grote aanraders.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten