14 november 2012

Kim Moelands


Kim Moelands is multifunctioneel. Ze is recensente, journaliste, communicatiemanager, ex-jurylid (van de Gouden Strop), maar bovenal schrijfster, zowel van autobiografische boeken als thrillers. 
Een druk leven waar, zo zou je denken, een fit lichaam voor nodig is.

Maar Kim werd geboren met de taaislijmziekte die haar bijna onderuit haalde. Infuusnaalden, zuurstofslangen, liters sondevoeding en héél veel ziekenhuisopnames waren haar deel.

Sinds haar boek Grenzeloos uit is, weten we dat ze - kantje boordje - nieuwe longen kreeg. In dit tweede leven past een toekomstplan dat 'misdaadschrijfster' heet. Het is met Weerloos uit de startblokken geschoten en nu is er Verdieping X, een thriller die het bloed naar je wangen jaagt maar iets minder naar die van de slachtoffers...  

 
'Mannen willen de held zijn
en vrouwen willen mét de held zijn.'  
 
Toen ik begreep welke setting je gekozen had voor Verdieping X, schrok ik. Tijdens het schrijven van dit boek heb je maandenlang een gedetailleerde ziekenhuissfeer moeten oproepen. Is dat geen wereld die je liefst wil vermijden?  

In het echte leven wil ik die wereld inderdaad het liefste vermijden, maar in mijn fictiewereld heb ik er geen enkele moeite mee om met ziekenhuisdingen geconfronteerd te worden. In tegendeel zelfs. Het was heerlijk om Verdieping X te schrijven omdat ik daar zelf aan de touwtjes trok. Ik bepaalde wat er gebeurde en hoe.
 
 
Een andere auteur zou voor dit gegeven heel wat research moeten zijn. Ik heb de indruk dat jij eindeloos en met veel precisie hebt kunnen putten uit je persoonlijke leerschool. Klopt dat? 
 
Dat klopt niet helemaal. Ik ben geen dokter en heb geen verstand van een deel van de zaken die ik in Verdieping X aanhaal. Daar heb ik juist veel research voor gedaan. Internet was een grote bron van kennis, ik heb een rondleiding gehad op een laboratorium en het manuscript laten lezen aan het hoofd van die afdeling die medische onjuistheden heeft gecorrigeerd. Als er dingen niet kloppen is dat geheel aan mij te wijten.
 
 
Hoe ben je tewerk gegaan bij de opbouw? Wat lag er vooraf vast? Ontstonden er in de loop van het verhaal nieuwe wegen of riskeer je in dat geval dat het plot uit de hand loopt? En wat was de lastigste passage om te schrijven? 
 
De plot heb ik gedeeltelijk samen met mijn man verzonnen. Hij heeft een basis verzonnen en daarmee heb ik mijn eigen ding gedaan, zoals dat zo mooi heet. De basis was een prettig houvast. Uiteindelijk is er een veel uitgebreider verhaal ontstaan waar tijdens het schrijven spontaan nieuwe personages binnen kwamen wandelen en allemaal gebeurtenissen ontstonden. Als ik schrijf loopt er een film mee in mijn hoofd. Dat laat ik altijd gebeuren zonder remming. Als ik mezelf restricties op ga leggen dan blokkeer ik. Er is wat mij betreft dus altijd ruimte voor nieuwe wegen of onverwachte wendingen die ontstaan tijdens het schrijven.

Het moeilijkste was om alle technisch-medische details goed te krijgen en het verhaal aannemelijk te houden, maar als ik de eerste reacties op Verdieping X mag geloven dan ben ik daarin geslaagd. 
© Robin Good
Verdieping X is een onophoudelijke rollercoaster van situaties en emoties. Hoe ervaar je dat tempo als je het verhaal schrijft? En is er zoiets als spanning voor mannen en spanning voor vrouwen? 
 
Als ik schrijf zit ik helemaal in het verhaal en in de hoofden van de personages. Ik beleef alles met ze mee. Als zij verdrietig zijn, dan ben ik dat ook, als zij blij zijn vice versa. Dat maakt het schrijven heel uitputtend. Na een paar uur schrijven ben ik echt moe.

Ik denk wel dat je kunt spreken van spanning voor mannen en spanning voor vrouwen. Mannen zoeken in een boek in mijn ogen een andere spanning dan vrouwen. Vrouwen houden volgens mij meer van psychologische spanning en mannen houden meer van actie en niet te veel huis-tuin-en-keuken gedoe. Mannen willen de held zijn en vrouwen willen mét de held zijn. 
 
 
Het is ook een boek over vertrouwen. Niet alleen in intieme of collegiale zin maar ook in maatschappelijke. In fictie worden situaties uitvergroot maar toch… Hoe zit het met jouw vertrouwen in de medische wereld?
 
Haha, wil je een diplomatiek of een eerlijk antwoord? Laat ik maar voor eerlijk gaan. Ik heb weinig vertrouwen in de medische wereld door de manier waarop er met me om is gegaan en door de fouten die zijn gemaakt. Er zijn eigenlijk maar een paar artsen die ik volledig vertrouw en dat is onder andere mijn oude longarts dokter Hugo uit Ademloos en Grenzeloos en mijn huidige huisarts. Topmens. 
© cast a line
Je stond aan de wieg van Crimezone. Hoe zag het thrillerlandschap er toen uit... de titels, de lezers, de kwaliteit? 
Poeh, daarvoor moet ik even graven in mijn niet al te beste geheugen. We hebben het dan over het jaar 2004 geloof ik. 
Wat ik me herinner is dat toen de literaire thriller heel populair was. Nicci French stond aan de basis en dat was ook de periode dat ik naar de boekpresentatie van De eetclub van Saskia Noort in Panama (een trendy club in A'dam - MV) ging, Simone van der Vlugt haar eerste thriller schreef (De reünie) en Esther Verhoef in eerste instantie doorbrak met actiethrillers. Het was de tijd dat iedereen praatte over Dan Brown die historie toegankelijk maakte voor het grote publiek. Wat voor- en tegenstanders van zijn werk ook zeggen, over één ding zijn we het allemaal eens: Dan Brown heeft met zijn boeken weer veel mensen aan het lezen gekregen en dat is een hele mooie en knappe prestatie.
Qua kwaliteit van de boeken, ook in die tijd had je goede, middelmatige en slechte boeken, net als nu.
 

Je bent als recensent begonnen. Hoe streng ben je? 
En wat is voor jou een *****-boek?
 
Klopt, ik ben als recensent begonnen. Sinds ik zelf schrijf, recenseer ik eigenlijk nauwelijks meer en doe ik voornamelijk nog interviews. Het voelt niet prettig voor me om een ‘mening’ te hebben over collega’s die ik vaak ook nog eens persoonlijk ken. Wie ben ik om iets over hen te zeggen? Objectiviteit en eerlijkheid is een soort erecode die je naar mijn mening moet hebben als recensent en dat is lastig(er) als je de schrijvers persoonlijk kent en ze ook nog aardig vindt. Laat ik het zo zeggen, je hebt al de schijn van belangenverstrengeling tegen je. Als je een boek positief beoordeelt, kan het worden uitgelegd als vriendjespolitiek en als je een boek minder goed beoordeelt dan zal dat wel zo zijn omdat je de schijn van belangenverstrengeling wilt voorkomen en daardoor extra streng bent. Wat ik nog wel eens doe is een quote geven over een boek, maar alleen als ik het boek echt goed vind en er dus ook volledig achtersta.
Een vijf sterren boek is voor mij een boek dat me helemaal meesleept, me op het verkeerde been zet, me diep raakt of dingen bij me los maakt. Zo’n boek dat je met een zucht dichtslaat als het uit is en dat nog dagen blijft spoken in je hoofd en dat je je jaren later nog herinnert. Dat hoeft niet per se een thriller te zijn overigens. Eén van de boeken die ik geweldig vond was bijvoorbeeld Witte Oleander van Janet Fitch en dat is geen thriller. Het nieuwe boek van Esther Verhoef dat binnenkort verschijnt, Tegenlicht (roman), deed me qua sfeer en het gevoel dat het bij me losmaakte erg aan dat boek denken. Een echte aanrader wat mij betreft!
 

Heb jij als lezer ook te maken met het fenomeen 'leesdip'? En hoe geraak je eruit?
 
Ik zou het niet direct leesdip willen noemen want van boeken heb en krijg ik nooit genoeg. Wat ik wel heb is dat ik in periodes dat ik zelf onrustig ben, heel chaotisch lees. Soms ben ik dan wel in vijf boeken tegelijk bezig in tempo slak en het lukt me dan niet om goed in een verhaal te komen, laat staan in vijf tegelijkJ. In de periodes dat ik weinig aan mijn hoofd heb, lees ik meestal een boek in twee dagen en kan ik er helemaal in opgaan. Ik behoor tot de auteurs die ook als ze zelf schrijven gewoon doorlezen. Ik kan niet zonder boeken, geen dag.
Balou, de zwerfhond uit Bosnië,
en troost in bange dagen
Hoe ga je om met het veelvoud van boeken dat je door tijdsgebrek niet kunt lezen?
 
Ik tijdgebrek? Had de dag maar achtenveertig uur… 
Mijn Nog Te Lezen stapel groeit nog met de dag. Er zijn zoveel boeken die ik wil lezen, maar inderdaad, de tijd… Overdag schrijf ik mijn eigen boeken en in de avonduren verlekker ik me aan het werk van collega’s. De boeken waar mijn hart sneller van gaat kloppen, maar waar ik op dat moment niet aan toe kom door andere verplichtingen, verzamel ik in een koffer die meegaat op vakantie en dan probeer ik altijd een inhaalslag te maken. Meestal lukt dat aardig.
 

Sinds Ademloos mag je je auteur noemen. Ook in je tweede autobiografische boek Grenzeloos schrijf je over hoe je leven in zwaar weer terecht is gekomen. En toch krijg je als lezer ontzettend veel energie van beide boeken. 
Waar haal jij zoveel positivisme vandaan?
 
Ik denk dat dat positivisme ook een genetische afwijking is haha. Ik weet niet, het zit gewoon in me. Ik ben een blij mens die altijd eerst kijkt naar de voordelen. Om Johan maar eens te citeren: Elk nadeel heb zijn voordeel. Ik houd niet van de slachtofferrol. Ik ben een aanpakker die dingen ten goede probeert te keren. Natuurlijk heb je niet alles wat er gebeurt in je leven in de hand, maar je kunt wel altijd zelf bepalen hoe je ermee omgaat. Ik heb geleerd dat je kunt kiezen voor je eigen geluk en dat is wat ik elke dag nastreef. Ik heb een hoop ellende meegemaakt in mijn leven en positiviteit en humor hebben me er altijd doorheen gesleept.
 

Je lijkt me een heel geëngageerd iemand: sterk betrokken bij mensen die je in je hart draagt en burgers in het algemeen. Grenzeloos is ook een oproep voor meer donoren en een betere wetgeving. Krijg je gehoor?
 
Ja, ik krijg absoluut gehoor. Ik krijg heel veel berichten van mensen die na het lezen van Grenzeloos donor zijn geworden. In het boek zit ook een donorformulier. Ik wil nog wel even een kanttekening maken, ik heb evenveel respect voor mensen die ervoor kiezen om geen donor te zijn als voor mensen die wel donor zijn. Ik vind dat iedereen de beschikking heeft over zijn eigen lichaam en een keus moet kunnen maken waar hij of zij zich goed bij voelt. Waar ik heel slecht tegen kan is het feit dat mensen vaak wel donor willen zijn, maar door laksheid het formulier niet invullen en daardoor de keuze bij nabestaanden leggen. Voor nabestaanden is het vaak heel moeilijk om op dat moment een keuze voor donatie te maken. Hierdoor gaan veel organen verloren die letterlijk levens hadden kunnen redden. Wat goed is om te weten is dat nabestaanden vaak heel veel troost putten uit het feit dat hun geliefde dankzij het donorschap een aantal mensen het leven kon redden. Ik vraag mensen dus niet eens om donor te worden (liever wel natuurlijk) maar om in ieder geval die keus te maken en het te laten registreren. Jaarlijks gaan er nog steeds zo’n 200 mensen onnodig dood die op de wachtlijst voor een orgaan staan. Als het aan het Nederlandse systeem had gelegen was ik er ook niet meer geweest. Duitse longen hebben uiteindelijk mijn leven op het nippertje gered.
 

Sinds je nieuwe longen kreeg, kun je volop van je dagen genieten. Hoe is het om met een stukje van een ander mens in jezelf te leven?
 
Voor mijn transplantatie dacht ik dat het heel raar zou voelen om met een stukje van een ander te leven. Nu kan ik zeggen dat dat niet zo is. De longen die ik heb gekregen voelen echt als ‘mijn’ longen, maar dan zonder de benauwdheid en de pijn die ik altijd heb gehad bij ademhalen. Ik ben mijn donor en haar nabestaanden eeuwig dankbaar dat ze mij het cadeau van het leven hebben gegeven want zo voelt dat echt. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet besef hoe bijzonder het is dat ik nog leef en ik geniet dan ook met volle (adem)teugen. Ik zeg altijd in gedachten tegen mijn donor: Mijn hart klopt tussen jouw longen, het klopt voor mij maar ook voor jou.


Op dit moment schrijf je fictie. Was de overstap naar het creëren uit het niets zwaar? En welk soort thrillerauteur wil je worden?
 
Klopt, in 2010 verscheen mijn eerste thriller Weerloos en sinds kort is er de nieuwe thriller Verdieping X. Het schrijven van fictie is ingewikkelder, maar ook veel leuker dan autobiografisch schrijven. Ik vind schrijven over mezelf helemaal niet leuk namelijk. Ik heb Ademloos en Grenzeloos met een duidelijk doel geschreven maar als het aan mij ligt schrijf ik nooit meer over mezelf. Fictieschrijven voelt als het maken van een legpuzzel. Je moet inderdaad uit niets iets creëren en dat is best lastig maar ook heel uitdagend. Bij autobiografisch schrijven staat de plot al vast, je moet het verhaal alleen leesbaar opschrijven. Bij fictie begint de plot bij 0. Op basis van een idee moet je een hele leefwereld creëren met geloofwaardige personages en scènes. Alles moet kloppen en je mag niets vergeten. Dat vergt heel veel concentratie. Aan het begin van mijn schrijfcarrière schreef ik heel veel met muziek, maar ik merk dat ik nu steeds meer behoefte heb aan rust om me heen zodat ik me helemaal kan focussen op de ‘film’ in mijn hoofd. Het leuke van fictie is dat alles mag en alles kan en dat geeft heel veel vrijheid en stimuleert mijn creativiteit.
En welk soort thrillerauteur ik wil worden? Eén die tot de top behoort natuurlijkJ. Het is mijn droom om ooit de verkoopcijfers te behalen van Saskia Noort, Esther Verhoef, Simone van der Vlugt en Suzanne Vermeer. Of dat gaat lukken moet de toekomst uitwijzen. Vooralsnog ben ik heel erg blij dat ik in ieder geval weer een toekomst heb dankzij mijn donor!
 

In je eerste thriller Weerloos voer je een jonge vrouw op die niet los kan komen van een foute man. Vind je dat hedendaagse meiden, die vaak een stoer en zelfverzekerd imago hebben, zichzelf toch te vaak verliezen en tekort doen in een relatie?
 
De maatschappij is momenteel in mijn ogen heel vluchtig en dat uit zich ook in de manier waarop mensen met elkaar omgaan in vriendschappen en relaties. Mensen commiteren zich lastiger en dat heeft ook invloed op de manier waarop men relaties aangaat of in stand houdt. Bottom line is dat we uiteindelijk allemaal op zoek zijn naar liefde en waardering. Zo ook Naomi, de naïeve hoofdpersoon uit Weerloos. Zij wil zo graag een relatie met de knappe Stefaan dat ze zichzelf helemaal verliest en dingen accepteert waar ze helemaal niet achterstaat. Ik denk dat dat voor jonge meisjes vaak hetzelfde geldt. Ze vallen heel erg op uiterlijk en stoere praatjes en belanden daardoor in ‘relaties’ die niet goed voor ze zijn. Die oppervlakkige blik en die hunkering naar aandacht is een voedingsbodem voor pooierboys. Oudere vrouwen kijken in mijn ogen wel wat verder dan hun neus lang is, maar hebben soms ook moeite om de ideale man te vinden. We willen graag een verbinding aangaan met iemand, maar tegelijkertijd ook niks van onszelf opgeven. Dat wrikt.

 
Hoe is het om eerst in volle vrijheid te schrijven en om dan aan het bureau van een redacteur te moeten gaan zitten... en de zaak toch een beetje uit handen te moeten geven?
 
Dat is doodeng! Elk boek voelt als een kind. Het is dan ook heel belangrijk voor mij dat er een stevige basis van vertrouwen is. Alleen dan kan ik mijn kind met een gerust hart uit handen geven. Als ik weer een boek heb ingeleverd bij mijn uitgeverij dan heb ik dagen last van het lege nestsyndroom en ben ik heel onrustig en een beetje emotioneel. Ook zenuwen spelen me parten, het is toch altijd weer spannend wat mijn uitgever en redacteur ervan vinden. Ik gun mezelf een paar jammerdagen en dan stroop ik mijn mouwen weer op en ga ik aan het werk. Schrijven is iets dat ik gewoon moet doen en ik kan niet te lang zonder.

   
Lees hier de recensie van 'Verdieping X'

De site van Kim Moelands

 

2 opmerkingen:

  1. Ik hoop dat het boek verfilmd gaat worden, dat zou echt geweldig zijn. Dat slaat -net als het boek- in als een bom!!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt voor je reactie, Dick!
      Kim Moelands is inderdaad een bijzonder iemand!

      Verwijderen